PRINTBARE VERSIE

DEEL 8

IN WISSELWERKING MET EEN UFO

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Lou Baldin laat tevens weten dat het non-fiction is. Hans Jochems.)

Deel 9


~ “Wij mensen stellen de hoogste waarde aan privacy. Nogal naïef denken wij dat onze diepste gedachten enkel en alleen aan ons zelf behoren. Maar wij leven in een fantasie.” - De auteur ~



Het boek ‘In League With A UFO’, geschreven door de Amerikaan Mr. Lou Baldin,
uitgegeven op 25 juni 1997.



Schrijver Lou Baldin

* * * * *


Hoofdstuk 6 (vervolg)

Het verkrijgen van burgers voor experimenten
Het was voor de commissie geen enkel probleem om voor de experimenten aan gekwetste of zieke mensen te komen. Duizenden die geen onmiddellijke relatie met familie of vrienden hebben vullen de kamers van verpleegtehuizen en staatsziekenhuizen. Dit was de poel waaruit de commissie kon kiezen. De verpleegtehuizen werden verkozen boven de ziekenhuizen omdat, zoals een commissielid zei: “Ze op pakhuizen voor vervloekten lijken. Alleen zijn de gelukkigen daaronder zich nauwelijks bewust van hun omgeving. Velen zijn alleen nog in leven vanwege al de medicijnen die dagelijks in hun lichaam worden gepompt.”

Wat de commissie dan ook deed met deze mensen, het was menselijker dan het leven dat zij leefden in het verpleegtehuis. Door hen uit het verpleegtehuis weg te halen kwam het er eigenlijk op neer ‘dat ze werden gered’. Zelfs wanneer zij in een slechte gezondheid verkeerden en nauwelijks bij bewustzijn waren, leefden zij altijd al wat op wanneer één van de verplegers die voor de commissie werkten hen kwam ophalen.

Het was triest om hen zo te zien. Niemand van de commissie had de intentie om ook maar iets aan hun ellende toe te voegen, daarom werden zij die zich niet bewust waren van hun omgeving en stervende waren, gebruikt om mee te experimenteren. En als iemand dan op miraculeuze wijze van zijn kwalen was genezen, werd hij teruggebracht naar het verpleegtehuis. Dit gebeurde een aantal keren. Dat plaatste de commissie voor een dilemma. Want geen van de verjongde bejaarden wilde terugkeren naar het verpleegtehuis. Maar de commissie was niet ingesteld om de levens van genezen individuen te herplaatsen en had daarom weinig keus. De commissie had echter nooit verwacht zoveel verjongde mensen te hebben.

Terugkerende mensen, die toen zij werden weggehaald schuimbekten vanwege de problemen van het ouder worden en dan weer gezonder terugkeerden dan de meeste verzorgers die daar werkten, wekte uiteindelijk de aandacht van de media. Die ene episode onthulde bijna wat de commissie had gedaan. Na dat incident kwam de commissie snel in actie en verbrak alle schakels die dergelijke gebeurtenissen naar hen zouden kunnen herleiden. Zij voerden vanaf dan een nieuw beleid dat inhield dat zij die werden genezen, werden herplaatst naar een andere inrichting, met een nieuwe identiteit.

De bejaarden zelf hadden helemaal niets in de gaten. Zij namen slechts aan dat toen zij ziek werden, de verplegers hen kwamen halen en meenamen naar een plaatselijk ziekenhuis. De bejaarde patiënten hadden geen enkele reden om anders te denken. De media verloren spoedig hun interesse toen zij niemand konden vinden die hun een bewijs kon leveren van wat er was gebeurd. Enkele gezonde, oude mensen die geen verhaal hadden om te vertellen, was niet genoeg om de media geïnteresseerd te houden.

De fabel van menselijke autonomie
Het begrijpen van de buitenaardsen was een langzaam en moeilijk proces, maar hun grootste probleem waren niet de buitenaardsen, maar de arrogantie betreffende hun onaanraakbare status die zich over de jaren heen onder de commissieleden had ontwikkeld. De wetenschappers waren niet onoverwinnelijk, hoewel dat wel onder hen de stemming was geworden. Wat er gebeurde in het verpleegtehuis kon nooit met hen in verband worden gebracht. Daarvoor bevond de commissie zich onder te veel lagen van bureaucratie. Waar hun superieuren zich echter zorgen over maakten, was de mogelijkheid dat de mediareuzen een serieuze interesse zouden krijgen in wat er plaats vond in het verpleegtehuis en wat dan zou kunnen escaleren in een volledig onderzoek en mogelijk een gedwongen onderzoek door de senaat.

Maar met de uitrusting die de commissie in haar bezit had, had zij de middelen om zich steeds dieper af te schermen dan ze al was. Technisch gezien waren de wetenschappers al onzichtbaar. Enkel een handvol mensen in de wereld wisten van hun bestaan. Maar met het gebruik van de buitenaardse apparatuur zou de commissie ‘letterlijk’ onzichtbaar worden. Echter, voor een korte tijd was de groep terughoudend in het gebruik maken van deze mogelijkheden buiten hun beschermde basis van operaties. De wetenschappers waren bang dat indien zij een missie verprutsten en hun operatie daardoor blootstelde, zij, en uiteindelijk de hele organisatie, zouden kunnen worden vernietigd.

De commissiewetenschappers werden geschaduwd door wat toepasselijk ‘de zuiveringsploeg’ werd genoemd. De opdracht van dat team was om hen, samen met hun uitrusting, uit de weg te ruimen mocht een bepaalde missie in gevaar komen. Het doden van één of alle commissieleden ter plaatse was niet het enige middel, maar een zekerheid indien zij niet in staat waren de wetenschappers op een passende wijze van de scène weg te halen. En het gedeelte, ‘op passende wijze’ hinderde de commissieleden het meeste. De mannen wisten dat zij vervangbaar waren, maar zij hadden geen intentie om zichzelf in een toestand te manoeuvreren die hun leven in gevaar zou brengen. De andere reden die de wetenschappers weerhield voor het gebruiken van de buitenaardse apparatuur van de basis in de huizen van argeloze burgers, kwam voort uit hun geloof in de onschendbaarheid van iemands huis. Maar de bekwaamheid om iemands huis binnen te dringen en zonder dat de bewoners het wisten hun slaapkamer te betreden, werd al spoedig een gewenning.

Wat de hele zaak aanvaardbaar maakte was dat zij zich er van bewust waren dat zij, evenals duizenden andere mensen, iedere dag op dezelfde manier werden bezocht. Sommigen noemen dat ‘schending’. Een aantal mensen van de algemene bevolking weten dat zij worden ontvoerd, maar de overgrote meerderheid van de mensheid heeft totaal geen idee dat het met hen ook gebeurt. De commissie voelde dat zij geen andere keuze hadden dan dat ‘domein’ te betreden: een plaats die tot op dan alleen door de buitenaardsen werd bewoond.

Wij mensen stellen de hoogste waarde aan privacy. Nogal naïef denken wij dat onze diepste gedachten enkel en alleen aan ons zelf behoren. Maar wij leven in een fantasie. Privacy van lichaam en geest is een menselijke illusie. De commissieleden wisten dat en waren tot de conclusie gekomen dat iemand niet het vertrouwen van een medemens kan verbreken wanneer waarheid en vertrouwen ook illusies zijn.

De commissie besliste dat verpleegtehuizen nog steeds de veiligste plaats waren om de buitenaardse apparatuur uit te testen en ermee te experimenteren. Deze keer zouden de wetenschappers proberen een persoon te ontvoeren met behulp van de buitenaardse apparatuur in plaats van de mensen naar hun te brengen via de conventionele middelen, zoals in het verleden was gebeurd. De wetenschappers verkregen toegang door het buitenaardse apparaat te gebruiken dat hen toestond om door solide voorwerpen te dringen en door muren te lopen. De commissieleden gebruikten een ongemerkt passagiersbusje om hen en de uitrusting, die nog maar net in een aktetas paste en die zij nodig hadden, te vervoeren. Het verpleegtehuis dat zij uitkozen bevond zich in een plattelandsgebied. De commissie had geen eigen mensen in dat verpleegtehuis. Dit was een test om te zien hoe de buitenaardse technologie zou werken in een ongecontroleerde omgeving. De wetenschappers hadden eenvoudige instructies: ontvoer een patiënt en neem hem/haar mee naar de basis. Breng hem/haar dan twee uur later weer terug naar de juiste plek vanwaar zij hem/haar vandaan hadden gehaald.

Enkele minuten na het donker worden aangekomen op de plaats van hun bestemming, ging één van de commissieleden die in een andere ongemerkte auto was aangekomen, als eerste het gebouw binnen. Hij ging via de hoofdingang naar binnen, stelde zich voor als een rijksgezondheidsinspecteur en vertelde de aanwezige verpleegster bij de receptie dat hij was gekomen om een ‘onaangekondigde’ inspectie te houden. Hij was met alle noodzakelijke papieren uitgerust en indien iemand de rijksgezondheidsdienst zou bellen voor controle, zou het telefoongesprek onderschept worden door commissieleden die alle in- en uitgaande telefoongesprekken van dat gebouw onder hun controle hadden.

Terwijl hij het personeel afleidde, zochten drie van de commissieleden die nog steeds in het busje zaten, naar een donker gedeelte dichtbij het gebouw waar geen straatverlichting was. De wetenschappers activeerden de buitenaardse apparatuur en konden onmiddellijk de bakstenen muur doordringen. De mannen doken op in een kamer die door een bejaarde vrouw werd bewoond. Zij zat alleen in een rolstoel in een hoek van de tweepersoons slaapkamer. Er was niemand anders met haar in de kamer. Het leek alsof ze sliep. De televisie stond aan, maar het geluid was op nul gezet.

Toen de wetenschappers door de muur drongen voelden zij helemaal niets. De compositie van de muur leek op een vleug van rook. Maar het energieveld dat de doos uitstraalde was er de oorzaak van dat de televisie en de lichten in de kamer en de kamers daarnaast gingen flikkeren. De mannen hadden voordat ze deze oefening gingen uitproberen, op de basis het binnengegaan van een gelijkaardig gebouw gerepeteerd. Maar de commissie had niet voorzien dat ineens alle verzorgers zich bij hen zouden verzamelen. Er waren die nacht zes verzorgers aan het werk. Toen de lichten in die vleugel van het gebouw begonnen te flikkeren, spoedden alle zes de verzorgers zich naar die locatie. Het commissielid wiens taak het was om de verzorgers af te leiden, had ze in plaats daarvan met de verrassingsinspectie zo zenuwachtig gemaakt dat zij opgefokt reageerden.

Toen de verzorgers de kamer binnenkwamen waar de commissieleden net waren binnengedrongen, had de commissie geen andere keuze dan, terwijl de verzorgers de kamer binnenkwamen, ze één voor één onder controle te krijgen door ze te verlammen. De wetenschappers hadden nooit eerder gezonde mensen verlamd en nog nooit buiten een laboratorium. Nu hadden zij zes mensen die verlamd in die kamer stonden, als waren het etalagepoppen.

Omdat zij niet gepland had zich met het personeel te bemoeien of met de handelswijze van het verpleegtehuis, brak de commissie de missie voortijdig af. Het was enkel en alleen een trainingsmissie, een manier om de moeilijkheden te kunnen beoordelen die zouden kunnen ontstaan als zij een gebouw zouden binnengaan met de intentie om daaruit een persoon te verwijderen zonder verdenkingen op te wekken. Toen de commissie in het verleden lichamen nodig had, oogstten de wetenschappers lichamen vanuit ziekenhuizen en verpleegtehuizen met behulp van mensen die zij in het geheim in het management van die instellingen hadden geïnstalleerd. Deze nieuwe methode stond hen toe te oogsten zonder hulp van iemand in het tehuis. Het verminderde ook hun blootstelling: minder medewerkers in het veld.

De commissieleden verwijderden de kwartjes grote schijfjes van de slaap van de verzorgers die zij op de zijden van hun hoofden hadden geplaatst toen de verzorgers de kamer inkwamen (dit bevrijdde de verzorgers van hun verlamming) en legden de lichamen op de vloer. De verzorgers waren zich bewust van wat er al die tijd aan de gang was, maar konden zich niet bewegen of praten. Nadat de verzorgers waren bevrijd van het tovermiddel van de schijfjes, waren zij verdoofd en gedesoriënteerd. De verzorgers herinnerden zich niets van wat er met hen was gebeurd (niet waarom zij allemaal op één locatie van het gebouw waren als wel waarom de verzorgers allemaal op de vloer lagen). Toen elk individu weer bij zijn positieven was gekomen (minder dan vijf minuten nadat de commissieleden waren vertrokken), belde de eerste die een telefoon te pakken kreeg de brandweer. Hij had aangenomen dat er koolmonoxide of een ander giftig gas had gelekt en het gebouw was binnengedrongen. Geen van de leden van het personeel herinnerde zich dat er een inspectie aan de gang was voordat de verzorgers waren flauw gevallen. Schijnbaar verlamden de schijfjes op de slaap de mensen niet alleen, maar de schijfjes lieten de slachtoffers ook achter met een beetje geheugenverlies over wat er tijdens en vlak voor de tijd dat ieder van hen verlamd raakte had ervaren.

De commissieleden die de hele tijd de telefoonlijnen beheerden bleven dit doen. De commissie luisterde mee met het gesprek tussen het personeelslid en het politiebureau. De wetenschappers zorgden ervoor dat alles onder controle was voor zij weggingen. Enkel twee van de verzorgers werden voor observatie meegenomen naar een ziekenhuis en konden het diezelfde nacht weer verlaten. De anderen hadden geen problemen en weigerden naar het ziekenhuis te gaan.

Er was geen schade ontstaan. Het laatste politierapport gaf aan dat niemand van de bejaarde patiënten er door beïnvloed was. Het rapport verklaarde dat het personeel was bezweken door de uitwasemingen van een schoonmaakstof die nabij het gebied werd gevonden waar de verzorgers hun ‘betoverde’ duizeligheid hadden gehad. De commissie was onbevreesd voor wat er die nacht had plaatsgevonden. De wetenschappers waren er zeker van dat zij onvoorziene problemen in toekomstige operaties konden overwinnen.

Kort daarna trokken degenen die de zeggenschap over het programma hadden de stekker eruit voor wat betreft het gebruik van verpleegtehuizen als bron voor mensen waarop zij wilden experimenteren. De commissie deed dat om twee redenen: ten eerste, zij wisten dat alle pas verjongde oude mensen uiteindelijk de aandacht zouden trekken en mogelijk geloofwaardigheid aan het UFO-fenomeen zou geven. Ten tweede waren de kosten van het verplaatsen van al die mensen belemmerend. Al het geld dat voor de commissie was bestemd was voldoende voor de huidige benodigdheden van de commissie. Er was geen fonds voor onvoorziene gebeurtenissen. Indien zij haar budget wilde verhogen met een aantal miljoen voor een herplaatsingafdeling dan riskeerde de commissie om meer zichtbaar voor het congres - dat uiteindelijk alle regeringsprogramma's financierde - te worden, zelfs die waar zij niets van afwisten.

In de jaren tijdens de Koude Oorlog was het eenvoudiger om heimelijke operaties te financieren. Maar meer en meer werd die financiering van de commissie haar ‘achilleshiel’. De commissie werd verteld dat de financiering die zij nog steeds ontving van de Nationale Schatkamer kwam, maar dat die bron er in de toekomst niet meer zou zijn.

DEEL 10


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen