HET HOOGST OPMERKELIJKE X-FILE VAN EDWARD LEVERNE MORAGNE, PH.D. Deel 3 Door: Linda Moulton Howe © 2009 Vertaling: Paul Harmans Bron: http://www.earthfiles.com/news.php?ID=1655&category=Real X-Files
******
Edward L. Moragne, Ph.D., Natuurkundige
Linda Moulton Howe (LMH): In 1964, op de luchtmachtbasis Edwards, betastte u het voertuig over het hele oppervlak en u zag hoe anderen zonder succes trachtten te branden en snijden door het oppervlak van de schijf. Wat deed u nog meer? Edward Leverne Moragne: Wel, ik probeerde een serie verschillende zuren uit die echter ook niets deden. Ik keek uitgebreid naar het landingsgestel. Ze gebruiken geen hydromechanica. Het was een schroefmechanisme. LMH: Schroeven? Edward Leverne Moragne: Als een schroefas werkend vanuit een andere arm. Alsof men een deel erin schoof (demonstreert met zijn handen) en een mechanisme had dat dit op en neer draaide – en hierachter zat een schroef die het mechanisme ronddraaide dat deze armen op en naar beneden bracht. Ik kon een gat zien dat net groot genoeg was voor de steunen om doorheen te gaan. LMH: U heeft het nu over één van de drie poten die de schijf ondersteunden? Edward Leverne Moragne: Ja, ze waren ongeveer 3 meter lang. LMH: Dus de drie poten hielden de grote schijf zo’n 3 meter van de grond? Edward Leverne Moragne: Ja. Ik heb ze nooit in en uit zien gaan. Ze waren er als een driepoot om het voertuig te ondersteunen. Het enige dat ik terug zag gaan in de schijf was de trap. LMH: Dus toen het leger het voertuig vervoerde vanuit de Nevadawoestijn, staken die poten eruit? Edward Leverne Moragne: Voor zover ik weet wel ja. En ze staken er nog steeds uit toen ze bij de hangar van de luchtmachtbasis Edwards aankwamen en het daardoor niet in de hangar paste. Dus werd het vervoerd naar de Air Force 5 hangar in zuidelijk Nevada. LMH: Wat vertelden de wetenschappers David en Davis u over wat zij ontdekt hadden? Edward Leverne Moragne: Dat het niet op metaal leek zoals wij metaal kennen. Het kon wel eens een heel ander soort materiaal zijn. LMH: Gaven deze twee mannen toe dat het een buitenaards toestel was en dat degenen die erin zaten en zij die buiten op de grond lagen buitenaardse humanoïden waren? Edward Leverne Moragne: Ze moesten wel van ergens uit de ruimte komen. Ik kreeg een rapport over robottechnologie van iemand in onze regering dat was geschreven door een zeer briljante Chinese wetenschapper. Hij werkte voor NASA. LMH: Hoe dacht die wetenschapper over robottechnologie? Edward Leverne Moragne: Hij schreef een lang artikel waarin stond dat de enige manier waarop we naar verre planeten konden gaan, zou zijn door het maken van robots die de mens vanaf de aarde, of vanuit een ruimtestation dat we in de ruimte zouden bouwen, kon controleren. LMH: Dus dat is waar u en uw wetenschappelijke collega’s en het leger bezorgd over waren, dat de humanoïden robots waren en onder controle stonden van weer een andere intelligentie? Edward Leverne Moragne: Ja. Ze waren zeer zeker niet zoals wij mensen. Het moesten wel robots zijn, of androïden. (Robots zijn mechanisch en androïden biologisch en ze worden beide van buitenaf gecontroleerd.) LMH: U zegt dat omdat de humanoïden geen bloedvatenstelsel, geen hartslag en geen ademhaling hadden? Edward Leverne Moragne: We ontdekten dat de humanoïden elektronische apparaatjes in hun hoofd hadden die leken op klystronbuizen. (Klystronbuizen worden gebruikt voor het opwekken/versterken van microgolven. Vert.) LMH: Hoe wist u dat? Edward Leverne Moragne: We gebruikten röntgen op hen. De Amerikaanse autoriteiten maakten röntgenfoto’s van ze en er werd mij verteld dat de energie die er voor de röntgen nodig was een mens in een paar seconden zou doden. Maar ze hadden foto’s en die dingen in hun hoofd leken op klystronbuizen. Het bedradingscircuit leek gelijk en alle componenten leken erop. LMH: Heeft u die röntgenfoto’s gezien? Edward Leverne Moragne: Ja. Dr. Graham, het hoofd van dat militaire team, liet ze mij zien. Hij zei tegen mij dat hij niets van al dat spul begreep. Ik vertelde hem: “Bij de hoogfrequentietechniek gebruiken we de klystronbuis om een signaal naar de radar te sturen. En ze worden teruggekaatst en worden opgepikt door een Fermibuis. Ik kan uw beeltenis verzenden en zo komt het ook terug. Dan kun je het comprimeren in wat je wilt.” Dr. Morangne verklaarde dat hij radarschermen kon maken die een werkelijk plaatje lieten zien of slechts een witte stip, zoals we ze vandaag de dag op radar zien. In het andere geval hadden we een scherm gemarkeerd in mijlen en als een object binnen de 50 mijlszone komt dan kun je het zien en kun je zeggen dat het zoveel graden ten noorden van hier of daar zit en je kunt dan ook de exacte omtrek van het voertuig zien. LMH: Heeft u ooit schijven of andere niet-menselijke voertuigen op radar zien bewegen? Edward Leverne Moragne: Nee, maar ze lieten mij video’s zien die ze hadden genomen met een apparaat dat we vandaag de dag een videocamera zouden noemen. De regering kon in 1964 al video-opnames maken en de rest van de wereld wist daar niets van. LMH: Wat kon u zien op de röntgenfoto’s die Dr. Graham u liet zien? Edward Leverne Moragne: Ik zag een hele partij elektronische delen. Ik kan u niet vertellen waar ze voor dienden want we hadden geen circuitdiagram om te bekijken en de röntgenfoto toonde ook niet het pad van kabels, als die er al waren. Het toonde alleen componenten. LMH: Wat voor soort componenten? Edward Leverne Moragne: Het leken mij op buizen, ze kunnen van metaal zijn geweest. Het kan geen glas geweest zijn omdat glas niet op een röntgenfoto is te zien. Maar uitgaande van de aansluitpunten bovenop de buizen en aan de twee zijden aan de onderkant, leken ze voor mij op klystronbuizen. LMH: U gebruikte in die tijd klystronbuizen in een radar, om wat te doen? Edward Leverne Moragne: Om een straal uit te zenden die een microgolf was en die zou uitgestuurd worden en weer terugkomen. LMH: Wat ontving de microgolf die terug kwam? Edward Leverne Moragne: De Fermibuis. LMH: Als de humanoïden klystronbuizen in hun hoofd hadden, zegt dat dan dat zij radarsignalen uitzonden? Edward Leverne Moragne: Ze verzonden een hoop informatie vanuit hun hoofd. Ze konden met al die buizen in hun hoofd wel 10 miljoen signalen tegelijkertijd uitzenden. Met slechts 1 buis kun je al met 1 stoot elektriciteit verschillende miljoenen signalen uitzenden. De autoriteiten vonden bijvoorbeeld uit dat onze eigen klystronbuizen zo snel waren en zoveel signalen tegelijkertijd konden verwerken, dat je ze een berg wiskundige formules kon geven, op de knop kon drukken en meteen de antwoorden had. Ze bespoedigden werkelijk het computergebruik. LMH: Sprak u met dr. Graham of David of de wezens radarsignalen uitzonden? Edward Leverne Moragne: Je kon niet vaststellen hoe hoog het vermogen was of dat er elke maand, of elke week, of wanneer dan ook een signaal was. LMH: Trachtte u de microgolven afkomstig van de wezens te meten? Edward Leverne Moragne: We trachtten alles waar je maar aan kan denken. We wisten niet of het een korte golf, een kort signaal, een lang signaal of wat voor soort signaal het was dat zij afgaven. LMH: Heeft u sinds 1964 nog gehoord dat latere metingen met betere en andere apparatuur de type signalen konden bevestigen? Edward Leverne Moragne: Ik denk dat de regering zich tot andere mensen, zoals van NASA die met radiosignalen en computers bezig waren, heeft gewend, niet tot mij. Toen ik ze in 1964 vertelde dat de röntgenfoto’s klystronbuizen in hun hoofd toonden, vroegen ze me wel waarom ik dat dacht. Ik vertelde ze dat de verbindingspunten er zo uitzagen en dat die punten naar bedrading liepen. Ik wist dus dat deze buizen van iets signalen kregen en signalen terugzonden naar iets. LMH: Wat vertelden de autoriteiten u? Edward Leverne Moragne: Ze vertelden dat dat logisch klonk als je over radar sprak zoals wij het hadden. Ik zei: “Ik praat niet over wat ze werkelijk in hun hoofd hebben, ik veronderstel het slechts.” LMH: Wie was de laatste persoon met wie u over de wezens en het toestel sprak? Edward Leverne Moragne: Er was eens een FBI man die mij vroeg of ik wel eens in een ruimteschip was geweest. En ik vertelde hem dat ik dat zeer zeker niet was geweest. Hij vroeg: “U ging niet naar binnen in zoiets?” Ik zei: “Nee, nooit.” Toen lachte hij en zei: “Wel, wij hebben informatie dat u dat wel deed.” Ik zei: “U informatie is verkeerd. Als ik werkelijk naar binnen was geweest dan zou ik u de informatie verschaffen. Ik zou het niet verbergen.” Ik denk dat hij me toen geloofde. LMH: Wat vertelde u die FBI man dat u had gedaan? Edward Leverne Moragne: Ik vertelde hem dat ik in mijn eentje was en dat ik naar het toestel keek om te kijken of ik iets kon toevoegen aan wat ze al wisten. Ik vertelde dat ik heel veel dingen controleerde en mij afvroeg waarom de humanoïden deden wat ze deden. Wij gebruikten hydraulische apparatuur om dingen op te tillen. Ik verwonderde mij erover waarom buitenaardsen schroefassen gebruikten. LMH: Sprak die FBI man over andere voertuigen en wezens? Edward Leverne Moragne: Nee. LMH: U heeft patenten op uw naam staan, is dat juist? Zijn er bij die gerelateerd zijn aan wat u van het buitenaardse toestel en de wezens geleerd heeft? Edward Leverne Moragne: Ik heb 319 patenten. Sommige hebben te maken met wapensystemen en sommige niet. Maar je kunt er nu geen kopieën van krijgen omdat ze geheim zijn. LMH: Zijn die wapensystemen voor gebruik tegen mensen of tegen iets in de ruimte? Edward
Leverne Moragne: Dat kan ik je ook niet vertellen, maar
sommige kunnen in de ruimte worden gebruikt. |