PRINTBARE VERSIE

BLACK BOX UFO SECRETS

Uit de serie UFO FILES van het History Channel

Door: © Steve Johnson - 2006

Vertaling: Paul Harmans

Gedeelte uit de aflevering van woensdag 11 augustus 2006

Het History Channel zond deze week (11 augustus 2006) weer een nieuwe aflevering van de ‘UFO FILES’ uit en deze was weer net zo fascinerend en informatief als de andere delen van deze fantastische serie.

Het meest overtuigende bewijs voor het bestaan van UFO’s komt van militaire- en burgerluchtvaartpiloten. Dat zijn goed getrainde professionals met hoog aanzien, niet vatbaar voor hersenschimmen en met regelmatig de verantwoording betreffende de veiligheid van honderden levens. Als we al moeten luisteren naar mensen die zeggen iets zeer buitengewoons te hebben gezien, dan zijn het wel deze mensen. In deze aflevering komen niet alleen de waarnemingen van piloten aan de orde, maar men laat ook de feitelijke opnames van de gesprekken tussen hen en de luchtverkeerscontrole horen.

(Als eerste wordt de UFO-waarneming van de Japanse bemanning van een Boeing 747 (JAL 1628) in 1986 boven Alaska besproken. Deze waarneming staat al in zijn geheel op ufowijzer, zie daarvoor de links onder deze vertaling.)


UFO rondom JAL 1628

Iets meer dan twee maanden later, op 30 januari 1987, was een vliegtuig van de Amerikaanse luchtmacht, een KC-135, vanaf de luchtmachtbasis Elmendorf op weg naar de luchtmachtbasis Eielson in Fairbanks, Alaska. Het ontmoette iets dat gelijk was aan wat was gezien door de bemanning van JAL 1628. De UFO naderde tot binnen 15 meter van het toestel! De piloot van het vliegtuig haalde zelfs het incident met de Japanse Boeing aan en vroeg aan de verkeersleiding of dit soort dingen regelmatig boven Alaska werden gezien. Het antwoord was dat zoiets zeldzaam was. De FAA eiste een rapportage van de waarneming van de piloten.

Minder dan 24 uur later deed zich een andere waarneming van een UFO boven Alaska voor. Vlucht 53 van Alaska Airlines (AS 53), meldde helder oplichtende, schijfvormige objecten die hen achtervolgden. Vanaf de grond was niets op de radar te zien. De piloot beschreef dat de objecten plotseling wegbewogen met een snelheid van een mijl per seconde en snel verdwenen.

Bill Birnes, redacteur en eigenaar van het Amerikaanse UFO-Magazine, beweert dat elke piloot die een officieel rapport over een UFO-waarneming bij de FAA indient, de kans loopt ook meteen zijn vlieglicentie te moeten leveren. De gevestigde machten willen niets weten van dergelijke incidenten.

De Amerikaanse luchtmacht heeft al sinds de Tweede Wereldoorlog geëxperimenteerd met vluchtrecorders, maar het was pas na 1956, toen zich een botsing in de lucht voordeed waarbij 128 mensen om het leven kwamen, dat de burgerluchtvaart de cockpit voice recorders (CVR’s) begon te gebruiken. Sindsdien zijn er veel opgenomen verslagen van waarnemingen en bijna botsingen met UFO’s, van objecten die op radar werden gevolgd en andere huiveringwekkende incidenten.

Op 18 november 1995 vloog Lufthansa vlucht 405 (LH 405) om 22:20 over Long Island, New York. De piloot meldde aan Boston luchtverkeersleiding dat een onbekend object zijn toestel voorbij was geschoten. Hij beschreef het als cilindervormig, met een wit licht aan de voorkant en een lange, groene komeetachtige staart. De UFO was ook gezien door British Airways vlucht 226 (BA 226) en de piloot beschreef een ‘zeer zware condensatiestreep die meer op rook leek’ en een zeer helder licht aan de voorkant van het object.

De UFO passeerde de LH 405 op 1,5 kilometer afstand en 600 meter hoger, dat is zeer dichtbij in de drukke luchtwegen boven New York. De Duitse piloot zei zelfs: “Het lijkt op een UFO.” Boston luchtverkeersleiding nam contact op met ‘Giant Killer’ de militaire surveillanceafdeling welke het noordwestelijke luchtruim van de VS in de gaten houdt. Nadat men de beschrijving van de twee burgerluchtvaartpiloten had gehoord, dacht Giant Killer dat wat zij hadden gezien een meteoor moest zijn. Boston gaf dat door aan de burgertoestellen, maar die waren zeer beslist, het was geen meteoor geweest wat zij hadden gezien. Noch de luchtvaartmaatschappijen die erbij betrokken waren, noch de FAA heeft nadien het incident besproken.

Op 9 augustus 1997 was een Boeing 747 van Swissair vlucht 127 (SR 127) op weg naar Zurich, Zwitserland en vloog op een hoogte van 7600 meter boven New York met uitstekend zicht. Plotseling verscheen er een onbekend object dat op de Jumbo afkoerste en het op slechts zo’n 75 meter erboven passeerde. De piloot, captain Philip Bobet, greep onmiddellijk de hoorn en riep Boston luchtverkeersleiding op. Hij beschreef wat er op nabije afstand zijn toestel gepasseerd was en dat het leek op een raket en uitzonderlijk snel was, te snel voor een vliegtuig. Later beschreef hij het als een wit, cilindervormig object, zonder vleugels en dat het leek op een haai.

Ondanks dat het in de rapporten was geclassificeerd als een UFO, besloot de FAA dat wat Bobet had gezien een weerballon was. Piloot en UFO-onderzoeker Don Berliner vertelde dat de weerballonverklaring geen steek houdt, piloten weten hoe een weerballon eruit ziet.

Op 28 februari 1996 werd het Midden Westen van de VS overstroomd door meldingen van vliegtuigvormige objecten die rondvlogen op verbazingwekkende snelheden. Twee van die vluchten werden opgeschreven, die van Air Shuttle vlucht 5959 en van Mesaba Airlines vlucht 3179.

De Air Shuttle vlucht meldde als eerste een pulserend object onder hen, tussen twee lagen bewolking. Cleveland luchtverkeersleiding antwoordde dat zij niets op de radar hadden en vroeg de piloot om een hoogte. Hij vertelde dat het object wellicht zo’n 700 meter beneden hem zat op een afstand van 15 kilometer. De piloot van Mesaba Airlines vlucht 3179 bevestigde de waarneming en meldde dat het leek te flikkeren. Cleveland luchtverkeersleiding opperde dat zij een landingsbaken zagen dat tegen de wolken reflecteerde. Beide vluchten reageerden dat wat zij zagen een goed waarneembare lichtbron was. De Mesaba piloot zei dat het flitsende rode en groene lichten waren en de Air Shuttle piloot zei dat het leek als een heldere, ronddraaiende frisbee.

Air Shuttle vlucht 5959 vloog naar beneden onder het object en bekeek het nu van onderaf en bevestigde dat het niet iets op de grond was dat reflecteerde tegen de wolken. Mesaba 3179 knipperde met zijn lichten om te kijken of er een reactie van de UFO kwam, maar die bleef uit.

De piloot van het vliegtuig van Mesaba meldde dat één van zijn passagiers een foto van het object had gemaakt en Cleveland luchtverkeersleiding had daar belangstelling voor om die te zien.

Mesaba 3179: Oké, 3179, we hebben een passagier die er nu een foto van maakt en ehh… we hebben een stewardess die zegt dat ehh… zij wellicht de vorige nacht hetzelfde ding hebben gezien.

Cleveland luchtverkeersleiding: Oké, dus het zit aan uw rechterkant op ongeveer twee uur. Ik ben zeker geïnteresseerd in die foto’s. Kan ik ehh… u een adres geven waarnaar u wellicht een afdruk kunt sturen, als u tenminste een afdruk kunt krijgen?

Mesaba 3179: Ja, natuurlijk, dat kunnen we doen en we hebben nu een rechterbocht gemaakt en het zit nu op tien tot elf uur.

Cleveland luchtverkeersleiding: Oké, dus hij zit nu aan uw linkerzijde. Oké.

Mesaba 3179: Weet u, ik vraag mij af of die foto’s wel iets laten zien.

Mesaba 3179: Ik wil u laten weten dat ik, de piloot, aan de linkerkant een foto heb gemaakt. Ik heb ook (verminkt) van de sterren boven, dus het laagste licht op deze foto’s. Het enige licht aan de onderkant van deze foto’s moet het, ehh… wat je naar kijkt. En je moet daarmee in staat zijn een positie, ten opzichte van de hemel, vast te stellen, als u tenminste zover wilt gaan.

Cleveland luchtverkeersleiding: Oké, fantastisch. Dat is een goed idee, ik waardeer dat.

Mesaba 3179: Het is een instantcamera. Goedenacht meneer.

Cleveland luchtverkeersleiding: Goedenacht.

Het North American Aerospace Defence Command (NORAD) maakte geschiedenis toen het op 25 mei 1995 geschiedenis maakte door het eerste regeringsagentschap te zijn dat officieel bij een UFO-incident betrokken raakte.

America West Airlines vlucht 564 (HP 564) vloog van Tampa, Florida, naar Las Vegas, Nevada. Ze zaten op 13 km hoogte boven Bovina, Texas, toen er om 22:25 een zeer groot, sigaarvormig voertuig verscheen, zo’n 3 km beneden hen. De piloot, captain Eugene Tollefson en co-pilot John G Waller, rapporteerden dat het een heldere stroboscooplamp had die tegen de klok in om het 125 tot 150 lange object draaide. Het verscheen echter niet op de radar. Albuquerque luchtverkeersleiding nam contact op met de luchtmachtbasis Cannon in New Mexico en die konden niet geloven wat hen verteld werd. Op de vraag wat de rapportage inhield, antwoordde de luchtverkeersleider in Albuquerque: “Ik weet het niet, het is een UFO of zoiets. Het is dat Roswell geouwehoer weer!”

Kort daarna werd een F-117a Stealth gevechtsvliegtuig van de luchtmachtbasis Holloman op de hoogte van het object gesteld en de piloot reageerde over de radio dat hij iets had gezien dat hem aan zijn linkerzijde was gepasseerd. Ogenschijnlijk werd het deze keer wel op radar opgepikt, omdat vluchtleiding dat bevestigde.

Afgetekend in de lucht door bliksemflitsen, zag de bemanning van HP 564 de UFO zeer dichtbij hun vliegtuig en beschreven het als een ‘spookachtig gezicht’. Het voertuig verdween toen uit zicht.

Albuquerque luchtverkeersleiding nam contact op met het Westelijke hoofdkwartier van NORAD, op de McChord luchtmachtbasis in de staat Washington. De vrouw bij NORAD beweerde dat zij niets daar in de buurt hadden waar zij vanaf wist. De verkeersleider van Albuquerque vertelde dat het definitief een UFO was, alsof het rechtstreeks uit de X-files afkomstig was. Alles wat de dame aan de telefoon kon doen om haar verbazing kenbaar te maken was wartaal. Dertien minuten later was ze terug aan de lijn met Albuquerque luchtverkeersleiding en ze bevestigde dat ook zij een onbekend doel in dat gebied hadden en dat ze het al verschillende minuten volgden. NORAD ontkende later dat zij iets hadden gezien.

Nawoord ufowijzer
Het is uit de getuigenissen van een aantal hooggeplaatste getuigen in het Disclosure Project wel duidelijk geworden dat het standaard antwoord op de vraag aan militaire radarstations en zeker dat van NORAD of ook zij een UFO op de schermen hebben, altijd negatief is. Vaak heeft men radarcontact, maar naar buiten toe zal men dat nooit toegeven. Soms zitten er echter mensen aan de telefoon die nieuw zijn en per ongeluk die regel vergeten en toegeven dat ook zij een onbekend object op de radar hebben. Natuurlijk wordt dat naderhand rechtgezet door een officiële mededeling van NORAD of de luchtmachtbasis dat zoiets niet het geval was.

Lees hier (ufowijzer) het hele verhaal van de Japanse Boeing 747 (JAL 1628)

De getuigenis (op ufowijzer) van FAA man John Callahan voor het Disclosure Project

Snelle Lopers NORAD

Merle Shane McDow Getuigenis


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen