UFO’s? ZEG NOOIT NOOIT Door Jan Volwerk Artikel in ‘De Dordtenaar’ 16 oktober 2004
Sterrenwacht in Dordrecht krijgt tientallen meldingen van onbekende vliegende voorwerpen per maand Sterrenwachter Frans van der Graaf gelooft wel in UFO’s, maar niet in de groene mannetjes van Mars die daarin zitten. “Voor bijna alles is wel een verklaring, maar soms blijft het een mysterie.” “Om drie uur ’s nachts gaat de telefoon. Je denkt direct aan iets ergs. Blijkt het een man te zijn, ergens uit de polder. Noordeloos geloof ik. Er hangt een raar licht boven mijn huis, dat ik niet kan thuisbrengen, zegt hij. Ik zeg: Wat verwacht u van mij? Dat ik langs kom om het uit te doen? Hij weer: U bent toch sterrenwacht en weet toch alles van UFO’s? Ik ten slotte: Maar beste man, ik ben ook gewoon een mens dat zijn slaap hard nodig heeft en morgen weer vroeg op moet.” Papendrechter Frans van der Graaf, voorzitter en beheerder van de sterrenwacht Mercurius in de Dordtse Biesbosch kan nu wel lachen om deze melding van een ‘unidentified flying object’ ofwel een UFO. “We krijgen gemiddeld zo’n vijfentwintig tot dertig telefoontjes per maand op de sterrenwacht binnen over UFO’s. Als Venus aan de hemel zichtbaar is, meestal ’s morgens vroeg in het oosten, zijn dat er nog veel meer. Maar gelukkig niet altijd midden in de nacht.” Van der Graaf is sceptisch over UFO’s. “Ik geloof wel in UFO’s, maar niet in de groene mannetjes van Mars of welke andere planeet dan ook, die daar dan in zouden zitten. Elk verschijnsel in de lucht waar geen directe verklaring voor is, is een niet geïdentificeerd vliegend voorwerp. Zelfs een in een v-vorm vliegende groep ganzen kan door sommige mensen gezien worden als een UFO. Voor 99 van de honderd waarnemingen is bijna altijd direct een verklaring te vinden. Veel bedrijven, bijvoorbeeld McDonald’s in Dordrecht hebben van die grote Xenon-lampen op het dak staan. Die bewegen veel, waardoor het door de reflectie van wolken soms lijkt dat er drie of meerdere gekleurde bollen door de lucht zweven.” Maar soms is er geen verklaring te vinden. Van der Graaf: “Zo’n twintig jaar geleden heb ik zelf ook een UFO gezien. We reden op de Krispijnseweg in Dordrecht richting Sterrenburg. Ik zag iets in de lucht. Een licht voorwerp in de vorm van een vuist. Ik was niet de enige die het zag. Bij een flatgebouw stonden tientallen mensen op straat. Het schoot omhoog, kwam als een vallend blad naar beneden en schoot weer omhoog. We hebben daar met heel veel volwassen mensen zeker een half uur lang naar staan kijken tot het ineens weer weg was. Tot aan de dag van vandaag weet ik niet wat het geweest is.” Een paar jaar later zag van der Graaf vanuit zijn woning in Papendrecht weer een UFO. “Er kwam heel langzaam een klein rood lichtje onze kant op. Ik had echt geen idee wat het was. Tot ik ineens de letters Goodyear kon lezen. Het bleek om een Zeppelin te gaan.” Tijdens zijn studie heeft Frans van der Graaf zich een paar jaar beziggehouden met UFO-waarnemingen. “Novobo heette dat clubje. Maar na een paar jaar geconfronteerd te worden met allemaal dezelfde soort verhalen en honderden onduidelijke foto’s bloedde het enthousiasme voor UFO’s vanzelf dood. Als je nu op het Internet zoekt, zie je nog steeds die vage of gemanipuleerde foto’s en lees je nog steeds dezelfde verhalen.” Van der Graaf en zijn vrouw Ria krijgen soms hele rare vogels op bezoek. “Jaren geleden heeft hier eens een man, uit Zwijndrecht geloof ik, een cursus sterren kijken gevolgd die beweerde dat hij aanhanger was van de Zwitserse Billy Meier. Deze Billy Meier zegt dat hij sinds zijn vijfde regelmatig contact heeft met buitenaardse wezens. Hij had zelf ook eens met een buitenaards wezen gesproken. Gewoon in het Nederlands. Ik ben maar niet in discussie gegaan met deze man. Ik heb hem gewoon in zijn waarde gelaten.” In de sterrenwacht Mercurius is wel degelijk aandacht voor UFO’s. Een glazen vitrinekast staat vol met foto’s, krantenartikelen, poppetjes en andere voorwerpen die te maken hebben met de mysterieuze UFO-crash in 1947 op een ranch bij het stadje Roswell in New Mexico. “Het Amerikaanse leger bracht het nieuws dat er een vliegende schotel was geland zelf in de wereld. En stopte de zaak vervolgens weer in de doofpot. Pas in de jaren zeventig werd de zaak weer opgerakeld. Compleet met de verhalen over de vondst van vijf buitenaardse wezens. Inmiddels zijn er boeken over geschreven en een televisiefilm van gemaakt.” Boven de vitrinekast hangt wel een tekst om de grootste fantasten wat te ontnuchteren: ‘Als er echt ruimtewezens bestaan die de aarde bezoeken, denk dan maar eens aan de afstanden en tijd die zij af moeten leggen om hier te komen. Naar aardse begrippen en hulpmiddelen om ruimtereizen te kunnen maken zouden zij met onze huidige technologie honderdduizenden jaren moeten reizen en miljarden kilometers moeten afleggen. Maar… zeg nooit nooit’. Van der Graaf: “Inderdaad, zeg nooit nooit, maar als hun techniek zo ver is dat zij hier kunnen komen, zullen ze zich zeker eerst netjes voorstellen. Dat zouden wij toch ook doen. Toch?
Het is zoals ik al eens eerder opmerkte, als je de ziekte BSE onder dieren wilt vaststellen, ga dan naar een grote fokkerij met duizenden beesten en pak niet de geit in je achtertuin. In dit geval blijft men hangen bij de regionale, simpele waarnemingen in plaats van naar de grote zaken te kijken zoals het Disclosure project en het feit dat er bijna vierduizend piloten een UFO hebben gemeld, waarvan zelfs complete bandopnamen van de gesprekken tussen hen en de verkeerstoren bestaan en de radarbanden met daarop de objecten die boekdelen spreken. Het gaat bij het UFO-fenomeen niet om de 99% die verklaarbaar is, maar om de 1% die dat niet is! In feite is dit een artikel van een journalist die zijn lezers wil inwijden in de geheimen van het UFO-fenomeen, maar dat om onduidelijke redenen nalaat. Van der Graaf geeft al aan dat hij er niet is voor UFO-meldingen, dus ga daar dan ook niet naartoe als je de lezers van je krant meer wilt laten weten over het fenomeen. Een huisvrouw die bij het doen van de boodschappen wil weten hoe lang de bloemkool op het vuur moet staan, vraagt dat ook niet aan de slager die bovendien al bij voorbaat aangeeft niet van groente te houden. Heel even wordt het verhaal interessant als van der Graaf vertelt over zijn eigen onverklaarde waarneming, maar meteen daarna vervalt hij weer in flauwe voorvallen waarbij Zeppelins, gemanipuleerde foto’s, vage verhalen, vreemde vogels en fantasten centraal staan, daarmee de indruk wekkend dat het eigenlijk allemaal wel te verklaren valt, maar dan moet je dat wel willen. Natuurlijk is de opmerking: ‘zeg nooit nooit’ wel zo handig, want stel je voor dat er straks opeens meer bekend wordt, dan kun je altijd beweren: “Zie je wel, ik heb het toch gezegd!” terwijl je je voor nu redelijk op de veilige vlakte houdt en de kans dat je door familie, collega’s en kennissen uitgelachen wordt, beperkt houdt. Ook het stokpaardje over de afstanden en tijden die afgelegd moeten worden komt aan bod en ondanks dat van der Graaf zelf ook wel aangeeft dat hun techniek beduidend beter zal moeten zijn dan de onze willen ze hier kunnen komen (iets wat het fenomeen soms letterlijk demonstreert), wordt het toch even ter sprake gebracht. Zijn laatste opmerking, over het zichzelf netjes voorstellen, klink heel intelligent, maar als van der Graaf zijn intelligentie even beter aanspreekt dan zal hij zelf ook wel enkele steekhoudende argumenten kunnen verzinnen waarom dat dat nu juist niet wordt gedaan. Denk daarbij in de eerste plaats maar eens aan de vele unieke culturen die wij als Westerse ontdekkingsreizigers in onze ‘onbegrensde wijsheid’ te gronde hebben gericht. Wat heel goed illustreert dat de media zelf ook weten dat men al tientallen jaren weinig aandacht aan het fenomeen heeft besteed, is het feit dat men denkt de lezers iets te kunnen leren en dus de volgende opmerking plaatst: ‘unidentified flying object’ ofwel een UFO. Een acroniem waarvan volgens mij zelfs elke kleuter - al net zolang als de media het onderwerp negeren - de juiste betekenis uit het hoofd kent. Elke redactie beschikt tegenwoordig over een verbinding met Internet en het lijkt mij voor een journalist een voorwaarde om over een onderwerp waarvan hij/zij niet veel weet, eerst eens wat informatie in te winnen. Als Jan Volwerk bij elke willekeurige zoekmachine de drie letters: U, F en O had ingetikt, dan zou hij duizenden pagina’s met links naar UFO-websites hebben gekregen. Had hij daarbij kenbaar gemaakt alleen op zoek te zijn naar Nederlandstalige websites, dan had hij onder andere in de dan weergegeven top tien ook ufowijzer gevonden, nota bene een website van een plaatsgenoot van hem. Dus een tip aan alle journalisten: geef je lezers in deze tijd waarin Internet centraal staat wat relevante links naar websites, zodat ze zelf kunnen oordelen en haal er zelf ook eens wat informatie vandaan. Tot slot een lullige opmerking: wat doet een ‘sterrenwachter’ ’s nachts in zijn bed?
Ik heb aan de krant toestemming gevraagd om het artikel over te nemen en tevens om een reactie van Jan Volwerk. Beide heb ik gekregen en het antwoord van Jan is het volgende: Beste Paul, Natuurlijk mag je mijn artikel gebruiken. Ik wist ook toen ik mijn verhaal schreef dat ik niet volledig was. Vergeefs heb ik gezocht naar iemand die mij echt kon thuisbrengen in deze materie. Ik werk helaas bij een regionaal dagblad en de tijdsdruk is vaak funest voor het compleet zijn. Ik had nog één hoop: misschien reageren er mensen. Gelukkig heb jij gereageerd. Ik vond Van der Graaf overigens wel een goede bron, omdat hij zelf een aantal jaren ufo-waarnemingen heeft verricht en als sterrenwacht vaak wordt geconfronteerd met mensen die menen iets gezien te hebben. De intentie was ook niet om een spottend artikel te maken. Ik geloof zelf dat er meer tussen hemel en aarde is. Ik heb het verhaal gemaakt toen ik surfend op het Internet veel meldingen uit de regio tegenkwam. Ik hoop alleen dat je uit onze regio komt. Is dat het geval, laten we dan zo snel mogelijk een afspraak maken. Dan wil ik je in de vorm van een interview aan het woord laten over jouw visie op ufo's. Kom je niet uit Dordt of omgeving, ken je misschien iemand die er net zoveel van afweet? Ik hoor graag van je. Met
vriendelijke groeten,
Ook
een "sterrenwachter" is maar een mens!!!
Je vraagt mij te reageren op de opmerkingen die jij hebt geplaatst, n.a.v. het artikel dat in De Dordtenaar stond van 16 oktober 2004. Daarop wil ik wel iets kwijt. Ten eerste ben ik niet iemand die van UFO’s een studie heeft gemaakt, tenslotte ben ik amateur astronoom en die houdt zich meestal alleen maar bezig met sterrenkunde en direct gerelateerde onderwerpen. Toch probeer ik, ook over dit onderwerp, ieder in zijn of haar waarde te laten. Als ik dus door een journalist word benaderd om over UFO’s mijn mening te geven, doe ik dat graag. Maar de antwoorden op die vragen zijn dan natuurlijk wel van iemand, die heel onbevangen en niet echt ter zake kundig is. Tenslotte is door de betreffende journalist ook niet gevraagd naar kennis op dat gebied maar om mijn mening over dit onderwerp.
Je hebt gelezen dat ook bij sterrenwacht Mercurius weldegelijk aandacht wordt besteedt aan b.v. het Roswell mysterie en andere UFO verschijnselen. Dit geeft maar aan dat wij hieraan weldegelijk aandacht willen schenken. Dat doe je niet als je zo’n onderwerp op voorhand belachelijk vindt. Omdat het niet mijn intentie is iemand belachelijk te maken als hij of zij in UFO’s gelooft, is de toon die vervolgens aan mijn adres is gericht in jouw reactie op z’n minst minder sympathiek te noemen. Jij gaat er volgens mij toch vanuit dat je jezelf moet verdedigen en dat iedereen over dit onderwerp minstens zo serieus is als jijzelf. Je kritiek aan mijn adres is dus mijns inziens niet helemaal terecht. Maar zoals reeds opgemerkt, laat ik graag een ieder in zijn of haar waarde en zal me daarom niet echt aangesproken voelen. Tot
slot nog één opmerking; Met
vriendelijke groet. http://www.sterrenwacht-mercurius.nl/ Zie ook het hierop volgende interview wat de journalist mij afnam op de volgende link: SERIEUZE PASSIE VOOR UFO's
|