WETENSCHAP EN BUITENAARDS LEVEN DE TOEKOMST IS NÚ - DEEL II Door: Kees Deckers januari 2011
Welke informatie en hoe wordt die informatie door een mainstream internetnieuwsplek gebracht naar het grote publiek? Het blijkt dat de termen gevaar en agressie de boventoon voeren. De editie van het tijdschrift zelf geeft een veel genuanceerder beeld. De met een kleinere letter en schuingedrukte tekstdelen zijn een eigen vertaling van het internetnieuwsartikel van “The Guardian” (zie: http://www.guardian.co.uk/science/2011/jan/10/earth-close-encounter-aliens-extraterrestrials?INTCMP=SRCH).
In het bovenstaande wordt een fictie vrijwel als een feit gebracht. Morris kent op dit moment nog geen enkel zelfbewust en intelligent buitenaards wezen. Hij stelt echter dat de evolutie die op onze Aarde heeft plaatsgevonden, ook elders in het heelal zo zal hebben plaatsgevonden. Op zich niets mis mee. Maar ten eerste, hij heeft er geen bewijs voor. Een plan opgesteld op slechts een veronderstelling, een aanname is onwetenschappelijk, volgens de regels van de verengde wetenschap zelf. Ten tweede zelfs als er een min of meer gelijkwaardige evolutie heeft plaatsgevonden op een andere planeet, dan nog mag niet worden geconcludeerd dat de intelligente, zelfbewuste wezens van die planeet, net zoals wij, mensen, nog altijd op agressie en uitbuiting gericht zijn. En, vanuit ethisch oogpunt màg een dergelijke conclusie zelfs niet getrokken worden. Ook buitenaards leven heeft bijvoorbeeld het recht op de twijfel en is onschuldig tot het tegendeel is bewezen. Gaan we uit van de wetenschap van honderdduizenden ervaringen met mogelijke buitenaardsen vanuit alle culturen en vanuit de gehele geschiedenis van ons mensen, dan komt er al direct een veel genuanceerder beeld tevoorschijn. Een beeld waar ook terdege rekening mee gehouden dient te worden. Zo bestaan er zeer veel oude overleveringen en zeer veel nog altijd onverklaarbare archeologische vondsten, die mogelijk wijzen op eerder bezoek van buitenaardsen. Ook en juist daar zouden al aanwijzingen gevonden kunnen worden, over hoe wij ons moeten voorbereiden. Bijvoorbeeld op bezoekers, die hier al eerder zijn geweest. Om slechts één voorbeeld te noemen:
Er zijn zo van over de gehele wereld oude overleveringen, over één of meerdere wezens, die uit de lucht kwamen, van de maan of zelfs van andere planeten om de mensen van allerlei te leren, om vervolgens weer weg te gaan. Geen agressie, geen gevaar. Er zijn ook verhalen die de indruk wekken dat mensen niet gemaakt zijn naar het evenbeeld van hun god, maar in de vorm van wezens van andere planeten. Dat stellen onder anderen Erich von Däniken en de in 2010 overleden Zecharia Sitchin. Voor een door Bram Vermeulen prachtig vertelde uitleg van het idee van de laatste, verwijs ik graag naar de video “In den Beginne” op Google:
Als die laatste wezens inderdaad de daadwerkelijke “goden” zijn, waarin wij geloven, dan is voorbereiden op het ergste mogelijk wèl verstandig. Het is misschien interessant om eens te onderzoeken hoe de verhalen van door ons voor goden aangeziene en door ons tot goden gemaakte buitenaardsen zich verhouden tot verhalen van wezens, die slechts kwamen om mensen vooruit te helpen en te instrueren om vervolgens weer te vertrekken. Wat is het verschil in gedrag en intentie tussen deze mogelijke buitenaardsen? Waarom laat de ene buitenaardse zich wel een goddelijke machtspositie aanmeten en de andere niet? Laten we eens stellen dat gedurende de gehele, menselijke evolutie al buitenaardsen de Aarde hebben bezocht. Dat deze bezoekers mensen op allerlei gebied kennis hebben bijgebracht, zonder daar iets voor terug te vragen, om daarna weer te vertrekken. Zou het dan niet een trieste zaak zijn, om bij een eventuele terugkomst van hen of hun nakomelingen, hen als gezamenlijke mensheid te ontvangen met één of andere “anti-alien missile” en ze te proberen te vernietigen nog voor ze de atmosfeer van onze Aarde hebben bereikt? Zoals
de homo sapiens is, vertrouwt hij zijn buitenaardse gasten De Aarde wordt daartoe eerst gedegradeerd van uniek in het heelal tot dertien in het dozijn. Kortgeleden werd door de meeste verengde wetenschappers nog beweerd dat de planeet Aarde vrijwel zeker uniek is in het universum. Het daarop ontstane leven daarom ook. Leven zou alléén op deze ene, unieke planeet mogelijk zijn in ons gigantische heelal. Dit vanwege een hele reeks van noodzakelijke bijzonderheden. Zoals: De Aarde heeft precies de juiste massa om een atmosfeer vast te houden. Ze staat op precies de juiste afstand van de zon om een goede temperatuur op te leveren (ook wel de Goldilock-zone genoemd). Ze heeft vloeibaar water wat nodig lijkt te zijn voor leven. De planeet Jupiter en de Aardse maan zijn ook precies dat wat nodig is om het intelligente leven op onze planeet te beschermen en mogelijk te maken. Enzovoorts. Nu zijn er opeens meer Aarde-achtige planeten en niet alleen dat, maar daarop is waarschijnlijk ook Aarde-gelijk leven ontstaan, dat zelfs een Aarde-gelijke evolutie heeft doorgemaakt. Ja, natuurlijk! Op heel veel plekken in ons universum zal in grove lijnen een gelijkwaardige evolutie van leven hebben plaatsgevonden. Jammer dat dat zo lang door verengde wetenschappers als nonsens is afgedaan. Terwijl vrijwel ieder mens op zijn vingers kan natellen dat als overal in het universum dezelfde universele natuurkrachten gelden en dat als overal dezelfde atomen, soorten sterrenstelsels en sterren en wat al niet meer zijn ontstaan, dat dan ook op heel veel plekken in ons universum leven zich op dezelfde wijze zal hebben ontwikkeld. Dat er dus een kans is dat Morris gelijk heeft valt niet te ontkennen. Maar tegelijkertijd is er een even grote kans dat het eerste buitenaardse bezoek bestaat uit wezens die veel verder zijn geëvolueerd dan wij, in hun samenleven, samenwerken en samendelen met elkaar en met anderen. De kans is groot dat dit bezoek bestaat uit buitenaardsen, van bijvoorbeeld een Type I Beschaving of daar voorbij. Voor meer informatie over dit soort beschavingen, verwijs ik naar de Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/Schaal_van_Kardasjev Ook is er een even grote kans dat de buitenaardsen van een planeet komen waar een geheel andere evolutie heeft plaatsgevonden, waardoor ze het gebruik van geweld en uitbuiting nooit hebben ervaren. Het is een extremistische visie om er alleen vanuit te gaan dat buitenaardsen 100% zeker op ons zullen lijken en gewelddadig en vijandig zullen blijken te zijn en er op uit om ons uit te buiten.
Hoe komt zo’n deskundige aan een dergelijk idee? Het idee dat conventionele wijsheid suggereert dat aardse godsdienst uiteen zal vallen als het bestaan van buitenaardse intelligentie wordt bevestigd. Dit is feitelijk veroorzaakt door verengde wetenschappers en verengde gelovers zelf. Zij hebben er al meer dan 100 tot 150 jaar op gehamerd dat buitenaards leven onmogelijk is. Ze zijn er dus zelf schuldig aan wanneer de godsdiensten en de andere gevestigde instituten, waaronder het wetenschappelijk instituut, inderdaad uiteen zouden vallen. Gelukkig zijn tegelijkertijd miljoenen mensen de laatste 100 tot 150 jaar door meer open denkenden, middels boeken, radio, televisie en alle hedentendaagse multimedia, er voortdurend op voorbereid dat er een dag komt dat zij oog in oog zullen staan met ander zelfbewust en intelligent leven. En door de eeuwen heen hebben allerlei mensen al gespeculeerd over die mogelijkheid, zonder dat zij dat in strijd beschouwden met hun geloof. Enkele jaren geleden heeft het Vaticaan trouwens al aangegeven dat er geen reden is om niet te mogen geloven in zelfbewuste en intelligente buitenaardsen. Het zijn slechts mensen, die geweigerd hebben en die nog altijd weigeren open te staan voor een grotere werkelijkheid dan hun eigen, door hen zelf verengde en vastgelegde werkelijkheid, die zich geschokt en beangstigd zullen voelen. Dat zijn mensen die willens en wetens vast blijven houden aan bijvoorbeeld de ideeën van verengde geloofs- en wetenschapsverkondigers en sceptici.
Zou een vermindering van ons gevoel voor eigendunk een nadeel zijn? De meeste wereldgodsdiensten stellen de mens op Aarde op de tweede plaats na god. De mens is zelfs gemaakt naar het beeld van god. De mens beschouwt zich daarom niet alleen als het middelpunt, maar ook als het hoogtepunt van alles in het heelal. Eigendunk en eigen roem wordt ons met de paplepel ingegoten. Loslaten van dit idee is een zeer goed streven. Het houdt zeker niet in dat de mens daardoor gemarginaliseerd wordt. Integendeel. Het houdt in dat de mens een beter begrip gaat krijgen van al het andere dat bestaat en hoe hij daar deel van is. Dat hij een beter begrip gaat krijgen van het ware belang van al het andere. En een beter begrip van het onlosmakelijke geheel dat hij samen met al het andere vormt. Als voorbeeld wijs ik op het idee en voorstel van Wubbo Ockels om ons chronocentrisme eens te proberen los te laten. Dat wil zeggen ons idee om tijd alleen te bezien vanuit ons eigen standpunt en denken. Een godsdienst die propageert dat de mens degeen is om wie alles draait, propageert tegelijkertijd daarmee dat al het andere en elke andere de mindere is van die mens. Het woord “godsdienst” zelf verwijst al naar een hiërarchie.
Zelfs deze voorzichtige vragen suggereren een angst en daarmee agressie-reden voor de mens. Mogelijk verliezen we onze “superieure” plek in het heelal. Hebben wij die dan? Blijkbaar is één van de belangrijkste drijfveren voor de mens om met geweld op te treden het behouden van die plaats. Het leidt niet alleen tot een agressieve houding naar elke medemens, maar ook tot een agressieve houding naar elk intelligent, buitenaards ras. Het is niet alleen het geloof dat de mens op die superieure rang plaatst. De belangrijkste aan ons aangeboden science fiction-televisieseries zijn bijvoorbeeld ook sterk gericht op dit arrogante idee. In de Star Trek-series zijn alle kapiteins en commandanten van sterrenschepen en ruimtestations homo sapiens van de planeet Aarde. Het zijn zij, die leiding geven aan bijna alle andere intelligente wezens. In de Star Gate-series wordt letterlijk gegeild op het Amerikaanse militarisme en het verengd wetenschappelijk vernuft van de mens. Complete melkwegstelsels, vol met vooral inferieure wezens, worden door mensen van de Aarde gered van afschuwelijke, intelligente buitenaardsen. En zelfs de meeste, verder ontwikkelde, buitenaardse wezens moeten regelmatig buigen voor...? Jawel, het nog grotere vernuft en de nog grotere intelligentie en goedaardigheid van het wezen mens.
Het is dit agressief menselijk idee en het gedrag dat daaruit voortkomt tegenover alles, dat ook sterk doorklinkt in het artikel van “The Guardian”. Is dat hèt, waar wij als mensen om bekend willen blijven bestaan? Blijven wij zo zwak dat wij niet in staat zijn om dat gedrag ooit te overstijgen? Leert de mens dan nooit iets? En dan tòch vol blijven houden dat de mens gecreëerd is naar het evenbeeld van een genadige en liefdevolle god, zoals gesuggereerd in de laatste zin van het webnieuwsartikel. Dat rijmt niet met elkaar.
Peter’s voorspelling is in feite volkomen achterhaald. Al vele malen in de geschiedenis hebben mensen onder al god’s creaturen óók die van het universum inbegrepen. Contact met zelfbewuste en intelligente buitenaardse wezens zal dat niet veranderen. Zoals het eerste contact van een christen met een boedhist of een atheïst dat ook niet heeft gedaan. Ik verwijs hiervoor verder naar mijn eerste artikel over “Wetenschap en Buitenaards Leven” (zie: http://www.ufowijzer.nl/tekstpagina/WetenschapET1.htm). En ik noem hier als voorbeeld het briljante, prozaïsche gedicht “Eureka” van Edgar Allen Poe uit 1848, waarin hij ondermeer schrijft:
Mensen hebben zich door de eeuwen heen en zeker de laatste 100 à 150 jaar al beziggehouden en voorbereid op de mogelijkheid van buitenaards leven en wat dat allemaal voor gevolgen kan hebben. Door onze eigen fantasieën, intuïties en ideeën daarover, uitgebeeld in allerlei media van boeken als “The War of the Worlds” tot televisieseries als Star Trek en Stargate en films als Avatar. Kinderen zijn trouwens allen in staat in de eerste jaren van hun leven zonder probleem dergelijke mogelijkheden te geloven en mee te nemen in hun leven, totdat het ze op school wordt afgeleerd.
We dienen ons daarom de komende jaren scherp bewust te zijn over wat er in toenemende mate en versnelling gaande is op het gebied van mogelijk buitenaards leven. Niet alleen binnen de verengde wetenschap, maar ook binnen de gevestigde instituten geloof, staat, bedrijfsleven, mainstream media en militair apparaat. Hoewel het toe te juichen is dat dit onderzoek eindelijk op gang komt, kleven er ook allerlei gevaren aan. Als voorbeeld heb ik hier aan de hand van een artikel van een mainstream internetnieuwsplek aangegeven hoe en welke informatie verstrekt wordt aan het eigen lezerspubliek. Een nieuwsplek, met volgens eigen zeggen, het op één na grootste, Engelstalige lezerspubliek ter wereld. De informatie wijst alleen op gevaar, agressie en de mogelijk negatieve gevolgen van de ontdekking van buitenaards leven en vooral van de ontmoeting met onze kosmische buren. Een ander gevaar is dat, voordat wij het weten, de weg te gaan bepaald en beperkt is door dezelfde instituten die meer dan honderd jaar elk serieus onderzoek naar buitenaards leven tegengewerkt hebben vanwege eigen belang op andere gebieden. En die nu, vanuit datzelfde eigen belang, zich volledig gaan wijden aan en richten op het tegendeel. Onder het motto dat zij mensen gaan voorbereiden op hun eerste kennismaking met mogelijk buitenaards leven en met name zelfbewust buitenaards leven. En onder het motto dat zij het beste weten hoe bezoekers van elders uit het heelal te ontvangen en wie het best daartoe geschikt zijn. Maar met mogelijk als werkelijk motto om er grof aan te kunnen verdienen. Bijvoorbeeld door een nieuwe bewapeningswedloop. Maar een bewapeningswedloop tegen wat of wie eigenlijk? De mogelijkheid van het ontdekken van dat eerste buitenaardse leven gaat niet alleen één land op Aarde aan. En niet alleen de gevestigde machten. Het gaat de hele mensheid aan. Evenals het de hele mensheid aangaat hoe, waar en met wie als gastheren en gastdames een eerste officieel bezoek van buitenaardse bezoekers aan de Aarde plaats zal hebben. Wat gaat het visitekaartje worden dat wij als mensheid zelf afgeven, wanneer zelfbewuste en intelligente buitenaardsen, goedbedoeld en in vrede, ons (opnieuw) bezoeken? Wordt die er één van agressie en superieur machtsvertoon of van voorzichtige toenadering en acceptatie van elkaar in een vrijwel oneindig groot universum?
|