TERUG

(Sceptisch) Commentaar op COMETA

Claude Maugé

2005 Vertaling © Katrijn voor UFOPLAZA (met dank aan Paps voor de hint!).


Onderstaand commentaar werd gepubliceerd door het gerespecteerde Belgische UFO-onderzoekstijdschrift Inforespace (nr. 100, juni 2000, blz. 78)

Een pseudo “officieel rapport”
Een aantal ufologen heeft geprobeerd het Cometa rapport te presenteren als een “quasi-officieel Frans document”, “een document dat het UFO-fenomeen een quasi-officiële status geeft”, gepubliceerd “onder de auspiciën van een instituut dicht bij het ministerie van defensie”, of “door Cometa, een ondersteuningsgenootschap voor het IHEDN”, en verscheidene andere gelijkluidende verklaringen. Meer nog, we lezen in een aantal UFO-publicaties dat de president en de premier van de republiek “akkoord gingen het rapport openbaar” te maken of dat “dit strikt vertrouwelijk rapport naar de media is gestuurd met goedkeuring van de hoogste regeringskringen”. Omdat “het duidelijk is dat het besluit het rapport openbaar te maken van een hoger niveau komt dan Cometa, een belangrijk detail dat de journalisten gemist hebben.”

Kortweg, “het deksel is officieel van een taboeonderwerp gehaald.”

De waarheid is echter minder opwindend. De aankondiging die dit rapport presenteerde als “ Het vertrouwelijk rapport dat is voorgedragen aan de president en de premier van de republiek” lijkt een simpele publiciteitstruc op de cover van de speciale uitgave van het tijdschrift VSD dat het document publiceerde. Zo begint G. Bourdais, die niet altijd zo gewetensvol is, een van zijn teksten met “het feit dat dit een onafhankelijk rapport is moet benadrukt worden, geschreven door een particulier instituut: Cometa.” (Gildas Bourdais: ‘Rapport Français sur les Ovnis et la Défense,’ Contact-Ovni, 3de kwartaal 1999, blz. 13). Een korte verklaring die al enkele dingen suggereert…

P. Petrakis geeft in zijn beoordeling van het Cometa Rapport getiteld “Reacties” echter de volgende informatie (Perry Petrakis, ‘La Guerre de Mondes, version Cometa’, Phenomena 1999, nr. 42, blz. 17):

“Om bij het begin te beginnen, distantieert het IHEDN (Institut des Hautes Etudes de la Défense Nationale) zich van het Cometa Rapport: Alles waar generaal Norlain na zijn vertrek bij het IHEDN mee bezig is geweest en heeft geschreven valt alleen onder zijn eigen verantwoordelijkheid en niet die van het IHEDN. De persdienst van het instituut heeft verklaard “verrast” te zijn door dit rapport. Na vragen onzerzijds liet het Elysée weten geen antwoord te kunnen geven vanwege de vakanties. In Matignon (in het Elysée zetelt de president en in Matignon de premier) bevestigde M. Henri Petitgand, een “regeringsgemachtigde”, dat hij iets van het postkantoor had ontvangen: “Het lijkt in niets op een rapport. Rapporten zijn documenten waarom gevraagd is, maar in dit geval hebben wij nergens om verzocht. Het document werd ons per post toegestuurd, louter op initiatief van de schrijvers.” Het woord “Rapport” op de cover is dus nogal aanmatigend.

Omdat ik zelf een duidelijk overzicht van de situatie wilde krijgen, vroeg ik op 31 januari 2000 aan betrokken partijen (het kantoor van de president en de premier, de bevelvoerend generaal van het IHEDN en de voorzitter van Cometa) om de status van het ‘Cometa Rapport’. Tot nu toe (3 mei 2000) heb ik de drie onderstaande antwoorden ontvangen:

• Brief gedateerd op 23 februari van generaal Bastien, van de speciale staf van de president: “In antwoord op uw vraag beantwoordt dit ‘rapport’ dat is samengesteld door leden van een instituut opgericht onder de wet van 1901 (bepalend voor de meeste niet-commerciële instituten in Frankrijk) niet aan welk officieel verzoek dan ook en heeft geen speciale status. U zult hebben opgemerkt (blz. 7) dat de schrijvers, meenden, onder allerlei andere aanspraken, de besluitvormers over dit onderwerp te moeten informeren. In die geest moet deze kopie ter informatie aan de president van de republiek worden gezien.”

• Volgens luitenant-kolonel Pierre Bayle, hoofd van de persdienst van IHEDN, “wenst het Instituut duidelijk te maken dat verklaringen van deze personen alleen hen aangaan, en op geen enkele manier de mening weerspiegelen van het IHEDN, die over dit onderwerp geen speciale informatie heeft.”

Natuurlijk kan men stellen dat zulke verklaringen misleidend zijn, omdat politieke en militaire autoriteiten heel goed weten dat UFO’s bestaan. Toch zijn bovenstaande geciteerde verklaringsstandpunten de enige objectieve realiteit over de ware status die aan het Cometa Rapport wordt verleend.

Tenslotte schrijft woordvoerder voor Cometa Michel Algrin, in een brief gedateerd 18 april, dat “Het Cometa genootschap niet veranwoordelijk is voor de her en der gemaakte fouten in de presentatie van haar rapport. De aan dit document verbonden status wordt in de tekst zelf beschreven. Het rapport werd niet gepubliceerd door een tijdschrift, maar door de mediaonderneming GS Presse (uitgever van het VSD tijdschrift) die zodoende een wijde verspreiding kon garanderen. Er waren verschillende redenen om het rapport te publiceren: in het bijzonder om te verhinderen dat er onjuist geciteerde versies van de tekst zouden gaan circuleren.” Hij eindigt met: “Cometa wenst niet mee te gaan in uw de controversiële uitgangspunten. Het blijft bij haar bevindingen in dit rapport.

De tekst is niet altijd relevant
Als de schrijvers van het ‘Cometa Rapport’ de bedoeling hadden om aan te tonen dat het UFO-fenomeen zowel voor de natuurwetenschappen en culturele wetenschappen als defensie, de aandacht waard is, moet men toegeven dat hun missie redelijk geslaagd is, zelfs als de beschrijving van een aantal gevallen vragen oproept. Maar als zij, aan de andere kant, werkelijk de intentie hadden “de kennis over waarnemingen up-to-date te maken” en “een overzicht te geven van wereldwijde studies die gemaakt zijn door wetenschappers” zoals staat in de introductie (blz. 7), dan zijn ze hun doel voorbijgeschoten.

Veel aspecten van het fenomeen worden niet meegenomen in hun verklaringen, zowel specifiek gepresenteerde gevallen als meer algemene beschouwingen. De lezer leest bij voorbeeld niets over ontvoeringszaken terwijl zulke gebeurtenissen een groot gedeelte van de huidige ufologie uitmaken, wat hun aard dan ook mag zijn. Evenzo worden fysieke effecten te snel benoemd, terwijl “onbuigzame” wetenschappers alleen dan overtuigd worden van het belang van UFO-onderzoek wanneer ze concrete gegevens zien, en liefst materiële. Tenzij ik het mis heb, krijgt het Pocantico colloquium in het rapport slechts vier regels tekst. Ook vinden we bijna niets over statistische benaderingen over het fenomeen (een korte paragraaf die niet volledig up-to-date is), of over verscheidene soorten ufonauten die getuigen hebben waargenomen, of nog essentiëler, over de problemen van spontane abnormale fenomenen zoals die uit rapporten naar voren zijn gebracht. Er zijn nog meer hiaten. Als het komt tot speculaties over de motieven van onze bezoekers en de implicaties van het UFO-fenomeen op het gebied van het landsbelang, wordt een aantal interessante visies door elkaar gegooid met alledaagse verklaringen, soms op een verwarrende wijze. Tegelijkertijd vergeet men vroegere studies te noemen. Verrassend is ook de niet zo subtiele manier waarop het officiële Amerikaanse beleid betreffende UFO’s in twijfel wordt getrokken, vooral als men hoopt op een eventuele samenwerking met de Amerikaanse autoriteiten.

Ufologen zijn bevestigd in hun aanklacht over een tendentieuze presentatie die leidt tot het geloof dat alle vooruitgang in de ufologie, wat ook de werkelijke waarde ervan mag zijn, alleen komt van het werk van de Amerikaanse strijdmacht, een paar officiële organisaties als Gepan en Sepra, en een paar Amerikaanse privé-groepen. Wat betreft Gepa, LDLN, Sobeps en alle andere? Die worden genegeerd.

Politieke implicaties van het Cometa Rapport
Eigenlijk bevat dit rapport één grote tegenstrijdigheid. De schrijvers geloven dat echte UFO’s bestaan (in de zin van objecten of fenomenen die fundamenteel tegengesteld zijn aan onze huidige wetenschap) en dat de buitenaardse hypothese verreweg de best mogelijke verklaring is voor dit fenomeen, een standpunt dat ik niet deel maar solide acht. Uit deze hypothese zijn een aantal militaire, politieke en sociologische gevolgtrekkingen gedestilleerd. Men doet alleen alsof men een toestand heeft ontdekt waarvan de autoriteiten zich niet bewust zijn.

Dit lijkt niet geloofwaardig.
Als UFO’s buitenaardse toestellen zijn die over de aarde rondzwerven, dan moeten de Franse autoriteiten en die van elk ander invloedrijk land wéten wat er aan de hand is. Ze hebben uiteraard bepaalde maatregelen genomen (wellicht in het geheim) ofwel vanwege altruïstische redenen voor het welzijn van de mensheid of, vanuit meer egoïstische motieven, vanwege het voordeel voor hun land of zelfs voor hun eigen privé-belangen. Maar hoe kunnen we dan verklaren dat de schrijvers van het Cometa Rapport hun tekst precies zo hebben geschreven alsof deze vereiste officiële implicatie niet bestaat? Hieruit ontstaat een probleem. Is er geen officiële implicatie? Dat is moeilijk te geloven, behalve als er geen echte UFO’s bestaan. Zijn ze misschien niet op de hoogte gebracht van een dergelijke officiële implicatie? Dat zou beter te begrijpen zijn, maar zou betekenen dat deze voortreffelijke leden van Cometa niet de ware UFO-experts zijn die ze dachten te zijn. Hebben ze daarnaast misschien besloten een of andere organisatie die ze kennen uit te schakelen? Dat zou nog beter te begrijpen zijn, maar gelijk staan aan verraad. Zo ja, waarom een rapport sturen naar de president en de premier, die onmiskenbaar goed op de hoogte moeten zijn, met de pretentie als zouden zij niet op de hoogte zijn? Hoe kan anderzijds toestemming zijn verleend aan een rapport dat gezien kan worden als hoogverraad aan het officiële, mogelijk geheime beleid van de regering?

Iedereen heeft recht zijn eigen antwoord op deze vragen te geven. Wat mij betreft, ik kies slechts voor de meest eenvoudige interpretatie: Er bestaat in Frankrijk geen geheime officiële UFO-studie omdat de regering zich op geen enkele wijze zorgen maakt over het UFO-probleem. Toegeven, men zou kunnen antwoorden dat het bestaan van Sepra (ex-Gepan) aantoont dat de autoriteiten belangstelling voor UFO’s hebben. Wanneer we weten dat Sepra slechts een uiterst klein subonderdeel met een zeer beperkt budget en uiterst begrensde missies is onder het Nationaal Centrum voor Ruimtestudies (CNES), zien we dat de staatsautoriteiten niet bezorgd lijken door het UFO-probleem. Kunnen we, als dat zo is, a contrario concluderen dat het Cometa rapport een verdere indicatie is dat echte UFO’s niet bestaan?

Claude Maugé

Bron: http://www.ufoevidence.org/topics/Cometa.htm Zie onder: “other articles and documents”: artikel 2


Share