Mystery Stalks The Prairie

Hoofdstuk 10

Eén grote en vier kleine


Het was ’s morgens om ongeveer 06:00, twee dagen voor kerstmis, toen een jonge vrouw naar haar werk reed op de internationale luchthaven van Great Falls. Ondanks dat het een jaargetijde was dat er veel heldere lichten waren te zien, was ze toch niet voorbereid op wat ze zag. Toen ze bovenaan de heuvel kwam waarop de luchthaven ligt, zag ze een vreemd voertuig dat, of op de grond stond, of daar net boven zweefde. De maat van het eivormige object, zo vertelde ze de autoriteiten later, was: “Zo groot als een gebouw van twee verdiepingen.” Het had bovenop drie rode lichten in een groepje, zei ze en er zaten ramen in het onderste gedeelte.

Plotseling steeg het object recht voor haar auto op. Het leek alsof het een tijdje naast haar vloog en ging toen in de richting van de vallei en de stad. Ze had het gedurende zo’n tien minuten kunnen bekijken en dat stelde haar in staat om goed te kunnen zien hoe het eruit zag. Toen zij haar verhaal aan een man in de verkeerstoren vertelde, gaf hij toe dat hij het ook had gezien, maar dat hij er absoluut geen melding van ging maken! De jonge vrouw dacht daar anders over: “Ik zag het en het was daar en het kan mij niets schelen wie mij gelooft,” zo vertelde ze de politieagenten.

Minder dan een uur later zag een andere vrouw, die ook op de luchthaven werkte, iets vreemds in de lucht boven de luchthaven. Of het hetzelfde object was als wat de andere vrouw had gezien kon niet worden vastgesteld. De tweede vrouw vertelde dat het object aan elke zijde twee heldere lichten had en een driehoekig, knipperend rood licht in het midden. Het leek stil te hangen op een hoogte die iets hoger leek dan de verkeerstoren en ze schatte dat het ongeveer 200 meter bij haar vandaan was.

Na het object ongeveer gedurende vijf minuten te hebben bekeken, ging ze verder met haar werk, terwijl het object bleef hangen waar het was. Misschien dat het zien van een UFO ‘oude koek’ voor haar was, omdat dit haar tweede waarneming was die maand en beide boven de luchthaven. Op 11 december, toen ze rond zeven uur ’s morgens naar haar werk kwam, zag ze een vreemd object voor haar uit en naast het viaduct. Het leek zich zo’n tien voet boven de grond te bevinden en was stationair. Toen ze afremde en het naderde, schoot de UFO snel naar het westen weg en verdween in korte tijd. Ze had het gedurende zo’n drie minuten kunnen waarnemen. Ze maakte een tekening om te laten zien wat ze gezien had. Ze vertelde de agenten dat het grote langwerpige object drie rode lichten aan de zijkant had en lichtbundels op de grond had gericht. Ze voegde daaraan toe dat het beslist geen helikopter was.

Meldingen van UFO-waarnemingen bleven binnenkomen en één van de meest ongewone incidenten was die van een rancher uit het gebied van Fairfield, hij beschreef een UFO met de grootte van een ‘hotel’ die werd vergezeld door vier kleinere. De man vertelde de autoriteiten dat hij en zijn familie op de avond van 21 januari 1976 om ongeveer 21:00 naar hun huis terugkeerden dat ten westen van Fairfield stond, toen zijn twee tienerzoons een object in een veld nabij hun huis zagen. Door gebruik te maken van twee verrekijkers bekeek de familie vier aparte voertuigen, die ze enkel als lichten konden zien, en die leken rond te dartelen om een groepje bomen zo’n kilometer bij hen vandaan.

De rancher werd ondervraagd door politieagenten en hij verklaarde: “Deze lichten leken zich in en uit het groepje bomen te bewegen en het leek ook alsof ze in het veld landden. We bekeken ze een tijdje met de verrekijkers, misschien wel zo’n 20 minuten. Toen zagen we twee rode zwaailichten in de verte op de snelweg en ik zei: ‘nou, iemand heeft het aan de sheriff gemeld of er is nu iemand daar met een patrouillewagen, dus dan kunnen wij er ook wel heenrijden’. Dus ik stapte met de twee jongens in de auto en we reden de snelweg op. Maar toen we de bocht namen naar de oprit van de snelweg, vlogen de rode lichten, waarvan wij dachten dat het patrouillewagens waren, van de snelweg af en het veld in. We reden er toch naartoe en toen we het veld naderden waar zij naartoe waren gevlogen, zagen we dat geval dat leek op een hotel met twee verdiepingen en die andere lichten hadden zich er omheen verzameld, de vier lichten groepeerden zich daar.”

De rancher vertelde dat het grote object op de grond leek te staan. Ondanks dat hij met zijn verrekijker niet de vorm van de kleine objecten kon bepalen, kon hij dat wel van de grote UFO. Hij zei dat het rechthoekig van vorm was zo’n 100 tot 125 meter lang en 20 meter hoog met twee rijen ramen die anderhalf tot twee meter hoog waren en ongeveer een meter breed. Hij voegde daaraan toe dat hij niets zag bewegen binnenin de grote UFO, maar wat hij zag gaf hem de indruk van een hel verlicht interieur.

Terwijl hij en zijn zoons toekeken kwamen de kleinere objecten dicht bij de grote UFO, bleven daar even stilhangen, veranderden dan van plaats en dartelden weer weg om vervolgens weer terug te keren. Hij zei dat het leek alsof ze zich bij het grote object aansloten, maar hij kon niet echt zien of ze erin en weer eruit vlogen. Zo nu en dan landde een van de kleinere objecten in het stoppelveld. Als ze dat deden leek hun licht te dimmen en leken ze in grootte af te nemen. Terwijl zij toekeken vlamden de objecten weer op en werden zeer helder. De rancher vergeleek ze met een lasapparaat en dat het je ogen zou beschadigen als je er te lang naar keek. Op hun grootst leken de kleine UFO’s zo’n drie tot vijf meter in diameter te zijn.

Op een bepaald moment dachten de man en zijn zoons een helikopter te zien die met rode knipperende lichten naderde. “We zeiden: ‘ha, daar komt een helikopter om een kijkje te nemen bij dit spul,’” zo vertelde de man aan de agenten. “Maar het kwam recht over het veld en het was geen helikopter. Eén van mijn zoons zei: ‘dat is geen helikopter het is gewoon één van hen volgens mij’. En ik zei: ‘ja dat is het.’” Terwijl ze toekeken rolde het nieuw aangekomen object zich op zijn zijde en toonde daarbij dat het aan één kant vlak was en rond aan de andere kant, zoals een bal die door midden is gesneden.

Langzaam en geleidelijk begon de ‘hotel’ UFO te bewegen en vloog bij de waarnemers vandaan en verdween over de horizon naar de Sun River vallei. De kleinere objecten bleven nog gedurende zo’n 45 minuten op hun plaats, terwijl de man en zijn zoons ze gadesloegen en daarna verdwenen ook zij in dezelfde richting als de grote UFO. De man en zijn zoons stapten weer in hun auto en reden de snelweg verder af waar zij vervolgens stuitten op zes kleine UFO’s in een veld. Zij dachten dat dit een andere groep was dan degene die zij eerst hadden gezien, omdat de eerste groep recht naar het zuiden was vertrokken. Deze objecten vlogen naar het oosten en zuiden toen ze vertokken.

Op een bepaald moment begon één van de objecten zich naar de snelweg en de auto toe te bewegen. “Mijn jongste zoon zei: ‘pa, die ene komt recht boven ons, recht boven de snelweg,’” zo vertelde de rancher. “Maar dat deed het niet, het veranderde van koers en verdween weer naar het veld.” Hij schatte dat het tot op zo’n 100 tot 200 meter van hen kwam voordat het terugkeerde. Gedurende de hele waarneming was de kleinste afstand tussen de objecten en de man en zijn zoons ongeveer 500 meter. Hem werd gevraagd of de aanwezigheid van de UFO’s zijn motor had beïnvloed en hij reageerde met: “Nee, ze hadden geen invloed op de lichten of de motor van mijn auto of iets anders.” Op een bepaald moment had hij zelf de lichten uitgedaan om een beter zicht te hebben op de UFO’s.

Dit incident was niet de eerste ervaring van de rancher met UFO’s. Hij vertelde de agenten dat hij ongeveer veertien jaar geleden een UFO had gezien op bijna dezelfde locatie. Hij zei dat het ook groot was en gelijk aan het ‘hotel’ type, maar het verschil was dat de ramen bij de eerste rond waren in plaats van rechthoekig. Hij vertelde ook dat hij niemand, behalve zijn familie, over die waarneming had verteld. Maar deze keer zei hij: “Het interesseert mij niets of iemand het gelooft of niet, dus ik ga jullie vertellen wat ik zag.”

Op 5 februari 1976 kwam er een melding van een landing van een UFO in het gebied rond Simms binnen en voor de eerste maal in hun lange en frustrerende onderzoek arriveerden de agenten op tijd om het object met eigen ogen te zien. Maar ze hadden wat tegenslag bij hun pogingen er een beter zicht op te krijgen.

Het telefoontje kwam van een vrouw die op de kinderen van de buren paste, omdat de ouders van de kinderen op reis waren. Ze vertelde dat zij en haar twee eigen dochters vanuit Simms op weg naar huis waren toen ze een helder licht achter het huis en op de top van een heuvel zagen. De vrouw zette de auto stil en ze bekeken het licht wat zeer krachtig was en pulseerde als het bewoog. Het leek ook van kleur te veranderen, van een doffe gloed tot helder roodoranje. Ze omschreef het object als ongeveer 100 meter lang met rijen aaneengesloten lichten rondom de boven- en onderkant. Ze vertelde dat de lichten aan de onderkant beurtelings van links naar rechts pulseerden. Eén van de meisjes (16 jaar oud) waarvoor ze moest zorgen, zag de gloed door een raam op de tweede verdieping van haar huis. Nadat het object zich voor- en achteruit had bewogen verdween het in een zuidwestelijke richting achter een paar bergen.

Kort nadat de agenten ter plaatse arriveerden, ontvingen ze een radioboodschap van sheriff Pete Howard die hen vertelde dat de lichten nu te zien waren in het gebied van Sunny Slope, nabij Fairfield, niet ver van de plek waar de rancher en zijn twee zoons een UFO hadden waargenomen. De agenten waren in staat om het licht te bekijken, maar vanwege het heuvelachtige terrein konden ze niet dichterbij komen. Na twee uur trachten om dichterbij te komen, verloren ze het licht helemaal uit zicht.

De sheriff van Teton County, Pete Howard, ontving ongeveer twee weken later een melding van een gezin dat in de Rocky Mountains woonde, ten westen van Chouteau. Zij vertelden de sheriff dat ze op de morgen van 22 februari een UFO hadden gezien en ze vertelden ook dat ze al minstens vijf maal eerder UFO’s hadden waargenomen en dat een deel van hun personeel ook enkele waarnemingen had gedaan. De meeste waarnemingen werden gedaan rond 7 uur ’s morgens.

In het geval van de UFO op 22 februari stapte de man naar buiten op het balkon van zijn huis om de vlag te hijsen, toen hem een zeer groot object opviel dat zeer langzaam bewoog. Het was waarschijnlijk vanachter een berg gekomen en stond op het punt achter een andere berg te verdwijnen. In zijn opwinding riep de man zijn vrouw en kinderen om naar buiten te komen, maar er was wat vertraging omdat ze niet wisten wat hij bedoelde. Daarna hadden ze moeite om de deur open te krijgen. Hij schatte dat hij het object gedurende zo’n 30 tot 40 seconden had gezien, maar de rest van de familie zag het slechts gedurende 10 seconden. Hij vertelde dat hij niet in staat was geweest om een verrekijker te halen, maar hij omschreef het object als groot en elliptisch van vorm. Hij zei dat het leek alsof er een rij lichten rondom de omtrek zat.

Dit incident was het vijfde sinds hij en zijn vrouw UFO’s hadden gezien. In een ander geval leek een object zich zeer laag in een ravijn te bevinden. Drie van hun waarnemingen deden zij in de bergen, de andere op de vlakten beneden. Het stel wees erop dat telkens als ze een UFO waarnamen, dat op een zeer winderige dag was met weinig bewolking.

Een vrouw uit Havre vertelde hoe zij en haar zoon, terwijl ze naar Chief Joseph Battleground reden, “Een enorme bal in de lucht zagen.” Ze beschreef het als heldergroen met een staart van gouden vonken, zoals van vuurwerk. Een vrouw uit Helena schreef dat ze een kolossaal licht had gezien dat de hele westelijk hemel had opgelicht terwijl ze nabij Helena reed.

Op dezelfde zondagavond, vroeg in maart 1975, keerden twee vrouwen uit Belt afzonderlijk van elkaar terug naar huis. Elk van hen zag een ongeïdentificeerd vliegend voorwerp vlakbij de snelweg. De ene vrouw die alleen reed, vertelde dat ze een wit licht zag, zo groot als een auto dat op 10 meter boven haar en de snelweg hing. Ze vertelde de agenten dat ze de rest van de afstand naar Belt met hoge snelheid had afgelegd in de hoop dat ze de aandacht van de politie zou trekken.

De andere vrouw had haar twee tienerdochters bij zich. Ze dacht eerst dat het licht een helikopter was, maar toen ze er dichterbij kwamen en het stationair bleef, besloten ze dat het geen helikopter kon zijn. Het eivormige object had twee lichten die vanaf de voorkant naar de grond wezen, maar de drie getuigen die het bekeken waren in verwarring over het feit dat er geen lichtcirkel op de grond was daar waar de lichten schenen. De vrouw vertelde commandant Wolverton dat zij eerst heel erg bang was, maar dat daarna een plotselinge kalmte over haar en de meisjes kwam. Eén van de meisjes ging zelfs in de stoel van de auto liggen om omhoog te kunnen kijken naar het object dat vlak naast de snelweg hing.

Zo snel als het gevoel van kalmte kwam, verdween het ook weer en de vrouw vertelde dat ze gas op de plank gaf en zo snel mogelijk naar huis reed. Om hun verhaal te bevestigen hadden zij en haar dochters het verhaal apart aan haar man verteld. Elk van hen vertelde hetzelfde verhaal, alleen hadden de meisje wat meer kleine details. “Ik moest rijden,” zei de vrouw.

Beide vrouwen rapporteerden hun waarneming na wat langere tijd, maar de incidenten bleken na onderzoek op dezelfde avond te zijn voorgevallen en men ontdekte dat er twee nachten daarvoor een kalf was verminkt. De plaats waar de eerste vrouw haar waarneming deed was in de onmiddellijke omgeving van de verminking, terwijl de andere waarneming daar zo’n zes kilometer vandaan werd gedaan.

Een andere ongewone ervaring werd door een man uit Bozeman aan agenten verteld. Hij vertelde dat hij op 6 februari 1976 ten zuiden van Augusta reed, juist voordat het donker werd, toen hem een auto opviel die een halve mijl achter hem reed. Hij vertelde dat het gebied waar de snelweg lag vlak was en zonder op- en afritten. Hij had regelmatig in zijn achteruitkijkspiegel gekeken en zag opeens dat een andere auto hem volgde, het leek alsof de auto plotseling uit het niets was verschenen. Hij zei dat de auto hem gedurende een kilometer of tien volgde. Toen hij bij een afrit kwam besloot hij die te nemen en te kijken of de auto voorbij kwam. Er zat een lichte inzinking in de snelweg net voor de afrit en hij wachtte totdat de auto uit de inzinking kwam, maar dat gebeurde niet. Uiteindelijk reed hij zelf de snelweg weer op en onmiddellijk verscheen de auto weer achter hem. Toen hij Bowman’s Corner bereikte, ging hij weer van de weg af en wachtte op de andere auto, maar die verscheen alweer niet. Een vreemde bijkomstigheid was dat hetzelfde, op een nacht en in hetzelfde gebied, al eens eerder bij deze man was gebeurd.

TERUG naar pagina Overzicht Hoofdstukken

TERUG naar pagina 'Dier- en Veeverminkingen'


Share