1976: UFO-ACHTERVOLGING BOVEN TEHERAN Vertaling: Paul Harmans
Twee in de VS gebouwde F-4 Phantom staaljagers van de keizerlijke Iraanse luchtmacht stegen snel op, maar toen de piloten dicht bij het object kwamen, werden hun communicatie- en wapensystemen plotseling geblokkeerd. Het incident wordt bevestigd door officieren met een hoge rang van de Iraanse luchtmacht en later gedocumenteerd door verschillende agentschappen van het Amerikaanse leger. Luitenant generaal Azarbarzin, waarnemend opperbevelhebber operaties van de keizerlijke Iraanse luchtmacht, bevestigde in 1977 in een interview de sterke elektromagnetische effecten die de twee F-4 toestellen ondervonden. “Dat is waar. Zij werden beiden de lucht in gestuurd en ze sloten het object in, maar ze ondervonden zeer sterke storingen. Zij verloren bijna alle elektronicasystemen die ze aan boord van hun vliegtuig hadden. De straaljagers konden daardoor ook hun raketten niet afvuren. De technologie dat het (de UFO) gebruikte voor deze storing was iets wat wij nog nooit eerder hadden meegemaakt en wij beschikten er zelf niet over. Zoiets hebben wij niet omdat het een brede bandbreedte gebruikte en verschillende banden, verschillende frequenties tegelijk kon storen. Het is heel erg ongebruikelijk.” Generaal Nader Yousefi, bevelhebber van de basis en de derde man van de keizerlijke Iraanse luchtmacht, gaf toestemming voor het opstijgen van de twee straaljagers en was tevens een ooggetuige. Het volgende komt uit een TV-interview: “Ik legde de hoorn van de telefoon neer na mijn gesprek met de controletoren en rende mijn balkon op om te kijken of ik het object kon zien. Ik zag een grote ster tussen de andere sterren, op zijn minst twee keer groter dan de normale sterren. Het zat op een afstand van ongeveer 19 kilometer, we verloren de communicatieverbinding en we hoorden niets meer van de piloten. Ik was bang voor wat er gebeurde en wat er met hen kon gebeuren. Ik vroeg de controletoren om hen te zeggen door te gaan met hun missie en te kijken of zij meer informatie over het vliegende object konden vergaren. De UFO kwam vervolgens op hen af, zij probeerden hem naar beneden te schieten, maar toen zij op de vuurknop drukten werkte die niet, de vuurknop was inactief en zij konden de raketten niet afvuren.”
De opeenvolging van de gebeurtenissen kan gereconstrueerd worden uit zowel de Iraanse bronnen als uit Amerikaanse documenten waarvan de geheimhouding is opgeheven: Tussen 10.30 en 11.15 ’s avonds op 18 september 1976 werden verschillende telefoontjes ontvangen op de controletoren van de luchthaven Mehrabad waarin een onbekend object werd beschreven dat op 300 meter boven de grond stil hing in het noordelijke deel van het luchtruim boven Teheran. Het hoofd van de nachtdienst, Hossain Perouzi, besteedde er in eerste instantie weinig aandacht aan. Het radarsysteem was uitgezet omdat er reparaties aan werden uitgevoerd. Nadat hij om 11.15 het vierde telefoontje had ontvangen ging Perouzi naar het terras naast de toren en observeerde de UFO met een verrekijker. “Plotseling zag ik het. Het was een rechthoekige vorm van ongeveer 7 tot 8 meter lang en ongeveer 2 meter breed. Uit observaties die ik later deed zou ik zeggen dat het eerder cilindrisch van vorm was. Beide uiteinden pulseerden met een witblauwe kleur. Rondom het middengedeelte van de cilinder was een rood licht dat in cirkels rond draaide. Ik was verbaasd en ik wist niet wat ik hiervan moest denken. Er was daar werkelijk een heel vreemd object in de lucht, precies boven Teheran.” Om 00.30 op 19 september belde Perouzi de commandopost van de luchtmacht om de UFO te melden. De bevelhebber van de luchtmachtbasis belde op zijn beurt generaal Yousefi die de twee F-4 Phantom straaljagers opdracht gaf op te stijgen vanaf de luchtmachtbasis Shahrokhi om de zaak te onderzoeken. Deze eerste opdracht is samengevat in een officieel memorandum van het Amerikaanse Defense Attaché Office (DAO) (Defensie attaché Bureau) in Teheran: “De F-4 steeg op om 01.30 en zette koers naar een punt op ongeveer 75 kilometer ten noorden van Teheran. Vanwege de helderheid van het object was het gemakkelijk zichtbaar vanaf een afstand van 110 kilometer. Toen de F-4 binnen een afstand van 46 kilometer van het object kwam vielen alle instrumenten en de communicatie uit. De piloot brak de onderschepping af en vloog terug naar Shahrokhi. Toen het toestel van het object wegdraaide en het waarschijnlijk geen bedreiging meer vormde, kreeg het alle instrumenten en de communicatie weer terug.”
Om 01.40 gaf generaal Yousefi een tweede F-4 opdracht om op te stijgen. De piloot daarvan was luitenant Jafari, die al snel radarcontact met de UFO maakte. Het memorandum van de DAO beschrijft de gebeurtenissen van deze tweede onderscheppingspoging: “De grootte van de radarrespons was vergelijkbaar met die van een (Boeing) 707 tankvliegtuig. De grootte van het object was met het blote oog moeilijk op te maken vanwege de intense helderheid ervan. Het licht dat het uitstraalde was te vergelijken met dat van flitsende stroboscooplampen en was gerangschikt in een rechthoekig patroon, afwisselend in de kleuren blauw, groen, rood en oranje. De herhalingsfrequentie van deze lichten was zo snel dat alle kleuren tegelijkertijd konden worden gezien.” “Het object en de achtervolgende F-4 vlogen op een koers naar het zuiden van Teheran toen opeens een ander object met de schijnbare grootte van de maan uit het oorspronkelijke object kwam. Het tweede object vloog met grote snelheid recht op de F-4 af. De piloot probeerde een AIM-9 raket af te vuren op het object, maar op datzelfde moment was zijn wapencontrolepaneel onbruikbaar en verloor hij alle communicatie. Op dit punt nam de piloot de beslissing een negatieve G-duikvlucht te maken om weg te komen.” Het elektronische systeem werkte weer naar behoren toen de F-4 op een bepaalde afstand van de UFO was. Het kleine tweede object keerde terug naar het grotere, maar daar kwam nog een object uit dat recht naar de grond vloog. Generaal Yousefi sloeg de landing daarvan gade vanaf zijn balkon: “Het ging naar beneden en landde op de grond. Vervolgens vond er communicatie plaats tussen het moederschip en dat kleine vliegende object, je kon zien dat de lichten van deze twee met elkaar in verbinding stonden.”
Er werden die nacht nog meer vreemde gebeurtenissen gerapporteerd. Een UFO leek de F-4 te volgen terwijl die de landingsbaan naderde en een burgertoestel ondervond een communicatiestoring, maar zag niets. Het DAO memorandum beschrijft het onderzoek dat vroeg in de morgen plaatsvond: “Bij daglicht werd de bemanning van de F-4’s in een helikopter meegenomen naar de locatie waar het object ogenschijnlijk geland was. Er werd echter niets waargenomen op deze plek (de bodem van een uitgedroogd meer), maar toen zij meer naar het westen van het gebied vlogen pikten zij een zeer opmerkelijk piepersignaal op. Op het punt waar het signaal het sterkst was lag een klein huis met een tuin. Ze landden en vroegen de bewoners of zij die nacht iets vreemds hadden gezien. Deze mensen spraken vervolgens van een hels kabaal en een zeer helder licht zoals dat van weerlicht.” Daar eindigde het spoor. Het DAO voegde er nog aan toe dat het betreffende gebied was onderzocht op mogelijke straling en dat ‘nadere informatie zou volgen zodra het beschikbaar was’. De details betreffende het piepersignaal en de getuigen op de grond zijn niet vrijgegeven. Een verslag in een journaal uit 1978 van het Amerikaanse leger, ‘MIJI Quarterly’, herhaalt voornamelijk de feiten die staan in het originele DAO memorandum. De schrijver begint echter met een interessante opmerking: “Eens in zijn carrière kan elke piloot een vreemde en ongebruikelijke gebeurtenis verwachten die nooit adequaat of volledig verklaard kan worden door logica en erop volgend onderzoek. Het volgende artikel verhaalt van een dergelijk voorval zoals dat werd gerapporteerd door twee F-4 Phantom bemanningen van de keizerlijke Iraanse luchtmacht en dat plaatsvond in 1976. Er is geen aanvullende informatie of verklaring van de vreemde gebeurtenis beschikbaar gekomen, het verhaal zal in de boeken verdwijnen en waarschijnlijk vergeten worden, maar het is interessant en mogelijk verontrustend om te lezen.”
Recente getuigenissen op geluidsband van de generaals van de Iraanse luchtmacht, Nader Yousefi en Mahmoud Sabahat, die nu in ballingschap in de Verenigde Staten wonen, onthullen dat generaal John Second, die destijds de Amerikaanse bevelhebber van de missie in Iran was, een briefing op hoog niveau bijwoonde met de Iraanse autoriteiten en de piloten en de luchtverkeersleiders die betrokken waren bij het incident. Een ‘evaluatie’ van het Amerikaanse Defense Intelligence Agency (DIA) vatte de opvallende aspecten van het incident samen: “Een voortreffelijk verslag. Deze zaak is een klassieker waarin alle criteria voorkomen die nodig zijn voor een steekhoudende studie naar het UFO-fenomeen: a. Het object werd waargenomen door meerdere getuigen vanuit verschillende locaties (dat wil zeggen: Shemiram, Mehrabad en de bodem van het uitgedroogde meer) en gezichtspunten (zowel vanuit de lucht als vanaf de grond). b. De geloofwaardigheid van veel van de getuigen was hoog (een luchtmachtgeneraal, gekwalificeerde vliegtuigbemanningen en ervaren radarwaarnemers). c. Visuele waarnemingen werden bevestigd door de radar. d. Gelijksoortige elektromagnetische storingen werden gerapporteerd door drie afzonderlijke vliegtuigen. e. Er waren fysiologische effecten bij sommige bemanningsleden (zoals het verlies van het nachtzicht vanwege de helderheid van het object). f. Er werd een buitensporige mate van manoeuvreerbaarheid door de UFO’s vertoond.” Zie ook de volgende video met NL ondertiteling:
|