PRINTBARE VERSIE

ANTWOORDEN

Door: Loes Modderman

mei 2013


Er zijn niet veel antwoorden binnengekomen op de vraag wat u zou vragen aan een alien. Wat er is heb ik proberen te verwerken in een 'vervolgverhaal' op het eerste stukje.

Zittend tegenover Eeteetje komen de vragen op. De meest voor de hand liggende is "Waar kom je vandaan?" Die vraag zal hij wel vaker krijgen. We stellen hem in gedachten. "Dat is moeilijk uit te leggen", antwoordt het manneke aarzelend. "Van ver weg, en toch weer niet zo heel ver." "O, je bedoelt uit een andere dimensie?" Dat begrijpt hij niet helemaal en dus proberen we uit te leggen wat wij denken dat een dimensie is. Ja, zoiets, geloof ik, zegt de Grey. In ieder geval duurt de reis maar kort. We toetsen 'Terra' in en hup, we zijn er al. "Oh", zeggen we blij, "jullie hebben een TomTom!" Dat hadden we beter niet kunnen zeggen, want nu is Eeteetje duidelijk in verwarring. Onze technische vooruitgang is voor hem zoiets als spijkerschrift voor ons.

De gedachte aan zijn thuisplaneet heeft iets in ons manneke losgemaakt. We zien zijn grote ogen vochtig worden. "Mis je je eigen planeetje", vragen we hem begripvol. "Nou eigenlijk wel een beetje", horen we in ons hoofd. "Dit is mijn eerste reis, en je weet maar nooit of we niet zullen neerstorten, zoals toen in Roswell. We knikken begrijpend, en bieden hem een zakdoek aan, maar zijn neusje is zo klein dat hij daar geen raad mee weet, en zakken in zijn overalletje schijnt hij niet te hebben.

Intussen worden we steeds milder gestemd. Het valt vast niet mee om een Grey te zijn en zo ver weg te moeten. Net zoiets als de Mormonen, die erop uitgezonden worden vanuit Amerika om ons te bekeren. Maar die lijken uiterlijk meer op de Men in Black. Ons manneke ziet er heel onschuldig uit, en we denken aan alle akelige verhalen van ontvoeringen. Doen ze dat echt? Die gedachte pikt hij meteen op, en hij begint wat schuldig van het ene billetje op het andere te schuiven. "Ja", zegt hij. "Sorry. Dat doen we inderdaad. Ik weet niet goed waarom, maar we proberen jullie geen pijn te doen." "Daar hebben we andere verhalen over gehoord, zeggen we een beetje bits, Waar halen jullie het recht vandaan?" "Dat weet ik ook niet", zegt Eeteetje. Daar ga ik niet over. Hij wiebelt met zijn grijze teentjes en we voelen zijn ongemak.

Maar we kunnen het nu toch niet laten om ook even de veeverminkingen aan te snijden. Hoe zit het daarmee? Nu maakt het manneke aanstalten om op te staan, maar we houden hem tegen. "Nou?" zeggen we. "Doen jullie dat, en waarom?" We voelen zijn angst. Misschien denkt hij dat we hem nu door elkaar gaan rammelen, maar dat zou dom zijn, want we hebben nog meer te vragen. Eindelijk zegt hij stilletjes: "het Ministerie voor Terrazaken is gebaseerd op een 'need to know' principe. Veel informatie is classified. Ik zit beneden aan de ladder. Het zijn alleen de oudere en meer ervaren Greys die over zulke dingen beslissen. Ik vind het ook zielig voor die koeien, maar ik kan er niks aan doen..."

Hij friemelt hulpeloos met zijn strakke tricootje, en we weten nu niet meer wat we moeten zeggen. Daarom besluiten we de sfeer goed te houden en we bieden hem een glaasje water aan. Dat drinkt hij gretig op, nadat hij eraan geroken heeft. Alcohol wil hij niet omdat hij nog moet vliegen, zegt hij, maar water is prima.

"Hoe ziet jullie planeet eruit?" vragen we vervolgens belangstellend. "Mooi!" antwoordt hij opgetogen. "Heel erg mooi. Je zou het eigenlijk moeten zien". En wij krijgen een beeld door van enorme vreemd gevormde bouwwerken in schimmige kleuren die we nog nooit gezien hebben. Eromheen is de foliage blauw en roze, en we vangen een glimp op van vreemde wezens die met 7 poten zich een weg banen door het struikgewas. In de lucht nemen we een soort vliegende worm waar, die glinstert in de zonnen die hoog aan de smaragdgroene hemel staan. Hier en daar loopt een Grey, en op een parkeerplaats zien we schoteltjes in alle maten. Enkele kleintjes zijn net bezig te landen, een andere stijgt op.

We spreken onze bewondering uit. "Wil je met ons mee? " vraagt Eeteetje gastvrij. Maar dat is ons te veel van het goeie, dus we stellen gauw een andere vraag: "Hebben jullie huisdieren?" "Nou nee, als je tenminste bedoelt zoals bij jullie, katten en honden en zo. Die hebben we niet. Maar, vertrouwt hij ons toe, we hebben er wel eens een paar ontvoerd, gewoon voor de aardigheid." Dat zet onze relatie onmiddellijk weer onder druk, en dat voelt hij. "Ik kan het niet helpen", zegt hij, "wij moeten doen wat ons gezegd wordt." "Jaja, die kennen we", merken wij op. "Jullie hebben zeker geen keus? Nou daar hoeven jullie bij ons niet mee aan te komen". "Ik wil niet rot doen", zegt Eeteetje nu spits, "maar op Terra is ook niet alles koek en ei. Ik bedoel maar."

De sfeer is nu opnieuw gespannen. Dus proberen we een luchtiger vraag te stellen: "Hebben jullie ook hobbies?" Dat is een begrip waar Eeteetje geen raad mee weet. Dus proberen we hem duidelijk te maken dat wij werken, en vrije tijd hebben, en dat we dan andere dingen doen. Het lijkt niet door te komen. Zijn grote ogen worden nog groter van verbazing. Het concept vrije tijd is hem onbekend, begrijp ik nu. Voor een Grey is het leven werken. Ik formuleer dat in gedachten en ik zie hem knikken. Hij schijnt er niet mee te zitten. "Zijn er ook oude Greys" vragen we nu. "Niet zo erg oud", antwoordt hij. En we krijgen een beeld door van een dode Eetee, Verontrustend is dat ik voel dat die niet normaal aan zijn eind is gekomen. Eeteetje pikt het op. "120 jaar", zegt hij. "Niet langer". En we zien voor ons geestesoog een spuit verschijnen. Ach, denken we, daar gaat het in onze maatschappij ook naar toe, maar dan met een jaar of 75.

Dan dringt tot ons door dat we helemaal niet weten hoe het met de reproductie zit. Ons Greytje is een mannetje. Dat is niet te zien, maar dat hebben we aangenomen. Hij knikt. "Zijn er ook vrouwtjes bij jullie", vragen we, "zodat jullie kindertjes kunnen maken?". "Jawel", antwoordt Eeteetje. "Die komen in beeld als we eieren nodig hebben." "Huh?" roepen we uit, hardop van verbazing. Eeteetje schrikt. Hij voelt onze verwarring maar begrijpt die niet. Hij plant een beeld in onze geest van kippen en eieren. Ja, dat begrijpen we zo ook wel, maar hoe gaat dat dan bij hun? We krijgen ingewikkelde procedures te zien en we houden het er maar op dat het een soort kunstmatige inseminatie is. We krijgen een beeld door van eindeloze rijen glazen kastjes met grote ronde eieren, en uit sommige is een baby-Greytje gekropen. Die baby's worden voorzichtig uit de kastjes gehaald en in lange rijen aan een zuigmachine gelegd. We sluiten ons innerlijke oog. Het wordt ons even teveel.

"Wat eten jullie eigenlijk?" vragen we. Eeteetje laat ons een bak zien met gekleurde pillen en poeders, en we begrijpen dat hij de rode pillen het lekkerst vindt. Ook zien we een aantal minder appetijtelijke vormen waarvan ons de herkomst totaal ontgaat. Eerlijk gezegd hoeven we dat ook niet te weten, zeker niet als er beweging in een van die dingen lijkt te komen... We bedenken gauw nog een vraag. "Slapen jullie wel eens?" "Oh ja", zegt het manneke. En hij toont ons een machine met slangen en knoppen waarin Greys rechtop staan te regenereren. Het ziet er niet erg comfortabel uit, maar we voelen dat hij het heel gewoon vindt. Misschien is het dat ook wel. Het scheelt in ieder geval in de was, denken we.

"Zijn jullie bang voor ons", vragen we dan voorzichtig. Hij knikt en laat zijn hoofdje hangen. We zien beelden van mensen met stokken, hooivorken en geweren, straaljagers met vliegensvlugge wapens, en kinderen die met stenen gooien naar een Eeteetje dat zich probeert te verstoppen. We zien militairen die levende Greys uit een kapotte schotel halen en meenemen als gevangene. We voelen ons manneke's angst en afkeer. Hij trilt een beetje. "Waarom doen jullie zo?" vraagt hij ons. "Waarom zijn jullie niet wat aardiger?" Nu is het onze beurt om beschaamd te zijn. "Zo zijn we nou eenmaal, verdedigen we ons lamlendig. Wij kunnen het ook niet helpen. Het is onze natuur."

"Jullie natuur", herhaalt hij nadenkend. "Maar jullie verwijten ons dat we jullie wel eens ontvoeren. Daar ga je niet dood aan. Wat jullie doen..." En we krijgen beelden door van atoomexplosies en slagvelden en martelingen. We moeten hem gelijk geven. Wij zijn geen haar beter.

"Is er iets wat je óns wilt vragen?", zeggen we nu, begrijpend dat het interview ten einde loopt. "Ga je gang." Eeteetje aarzelt. "Waarom geloven zoveel mensen niet in ons?", vraagt hij tenslotte. "We laten ons vaak genoeg zien, we zijn zelfs neergestort, en toch is er nog geen Disclosure. Heb je daar een antwoord op?" We leggen hem voorzichtig uit dat we daar zelf ook niks van begrijpen, maar dat er mensen zijn die houden van 'classified' , en van 'need to know'. Dat maakt ze gelukkig, want het geeft ze macht. Het Greytje kijkt peinzend. Hij lijkt het helemaal te begrijpen. "Eigenlijk", zegt hij, "zijn we niet zo verschillend. We kunnen best vrienden zijn." Er stroomt een warm gevoel door ons heen. Hij heeft gelijk, denken we. Waarom ook niet?

Dan laat Eeteetje weten dat hij nu echt terug moet naar z'n schoteltje. Hij heeft al veel te lang gezeten. "Dank je wel voor het water", zegt hij. "En voor de vriendschap. Het was een mooie avond, en ik zal er thuis over vertellen." Allebei zijn we geroerd. We brengen hem naar de deur, maar als we even de andere kant op kijken is hij verdwenen. Buiten zien we hem nog even in het maanlicht. Hij wuift met zijn handje. Dan zoeft het schoteltje omhoog en verdwijnt tussen de sterren. Dag Eeteetje, denken we. Vaar wel en tot ziens. Het ga je goed.

Lang staan we in de warme avondlucht. Er valt een ster. En nog een. Ons wereldbeeld zal nooit meer hetzelfde zijn en het is of we nog nooit zo intens naar de hemel hebben gekeken.


Share


UFO 2013 PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen