UFO-ARTIKEL IN MAGAZINE ‘AKTUEEL’ Paul Harmans Augustus 2005
Wie bewijst dat UFO’s niet bestaan? Door Ron Puyn Aktueel nr.29 13 juli – 19 juli 2005 Goed. De mensheid heeft dus ergens in het Al, op 133 miljoen kilometer van de aarde, een soort kogelkoelkast met 37.000 kilometer per uur op de komeet Tempel 1 laten knallen. Resultaat: een deuk in een 10 bij 20 kilometer metende belegen oerkaas van 4,6 miljard jaar oud. Leve de wetenschap. Ander resultaat: de ufologen onder ons veren blij verrast van hun canapés. Wàt, als… We gaan even terug naar Roswell, Area-51 en Friesland. Want ET is al lang op deze planeet. Zeggen ze.
Ruimteschroot… Binnen enkele uren arriveerden twee hooggeplaatste legerofficieren in Roswell. Mac Brazel toonde hen de precieze plek waar hij het metaal had gevonden. Een van de beide, officieren, majoor Jesse A. Marcel, zei naderhand (in 1978) in een interview: ‘We gingen zoeken en kwamen terecht bij de resten van, naar mijn mening, een vliegende schotel. Wrakstukken lagen over een lengte van driekwart mijl en een breedte van honderd meter. Meest in het oog springend was een uitsteeksel van honderdvijftig meter lang en drie meter breed. (Er staat hierboven meer wat niet klopt, maar ik mag worst wezen als ik weet over welk uitsteeksel Ron het hier heeft! Paul Harmans.) …Of
‘weerballon’? Maar was dat het hele verhaal? Veehouder Mac Brazel werd na zes juli acht dagen achter gesloten deuren ondervraagd. Hij mocht met niemand contact hebben. Zelfs zijn familie mocht hem niet spreken. Na die acht dagen kwam een veranderde Mac Brazel naar buiten. Hij sprak met geen woord meer over de brokstukken en zijn mond bleef ook in de jaren daarna als dichtgeritst. Blijkbaar was de rancher er niet armlastiger door geworden, want hij oogstte fronsende blikken toen hij – niet lang daarna – opeens over straat reed met een splinternieuwe Ford pick-up truck. Lijkjes
in de woestijn… …met
grote hoofden en een asgrijze huid Area-51
Lijkschouwing
op een alien Tot zover de hoofdmoot van het artikel. Verder staan er nog wat korte verhaaltjes in diverse kadertjes en een paar daarvan zijn zo onwerkelijk dat ik die maar weglaat. Zoals: ‘raadsels in Peru’ waar volgens de schrijver in maart dit jaar reusachtige afbeeldingen van katten, apen en vogels zijn gevonden. In maart van dit jaar??? Dergelijke afbeeldingen zijn al tientallen jaren bekend en er wordt in de ufologie al net zolang hartelijk gelachen om de veronderstelling dat de kaarsrechte lijnen, die er eveneens zijn gevonden, landingsplaatsen voor UFO waren. Dan een kadertje met een verhaal over een meisje uit ons eigen Friesland dat een foto heeft gemaakt van een grijs, klein wezentje met zwarte ogen, wat volgens mij gewoon haar lappenpop is.
Maar er staan ook een paar kadertjes bij die door iemand met meer verstand van UFO-zaken zijn geschreven, zie hieronder: Ooggetuigen
van Roswell Gerald haastte zich er naar toe. In de schaduw van het aluminiumkleurige wrak lagen drie kleine wezens. Twee ervan waren dood, het derde kon zich niet bewegen, maar leefde nog. Toen zag Gerald een vierde schepsel, onbezeerd. Op het moment dat de jongen er oogcontact mee kreeg, week het in angst terug. Hij praatte er tegen, maar de ufonaut gaf geen enkel antwoord. Anderson raakte het metaal van de vliegende schotel aan. ‘Het was koud. Die dag was het boven de veertig graden, maar dat materiaal voelde aan alsof het in een vriezer lag.’ Gerald en zijn familie maakten zich uit de voeten en verzwegen decennialang wat ze gezien hadden. Tot Gerald in 1990 de stilte doorbrak. Hij werd uitgehoord door meerdere UFO-specialisten, ook onder hypnose, en daaruit bleek niet dat Anderson fantaseerde. Tot de dag van vandaag is zijn getuigenis een van de vreemdste in het hele Roswell-mysterie. Op 8 juli 1947 hoorde een patholoog uit Roswell, Glenn Dennis, over een crash in de buurt van zijn woonplaats. Vrijwillig meldde hij zich om hulp te bieden. Van de inmiddels toegestroomde militairen kreeg hij te horen dat er ‘geen crash was geweest’ en hem werd aangeraden geen ‘valse geruchten’ in het dorp te verspreiden. Des te nieuwsgieriger geworden, belde hij daags later een vriendin en tevens verpleegster, van wie Dennis wist dat ze betrokken was geweest bij de zogenaamd niet-gebeurde crash. Ze ontmoetten elkaar en volgens Dennis was ze lijkbleek. ‘Ze zei dat ze in een kamer was geweest waar twee artsen, die ze niet kende, sectie hadden verricht op een merkwaardig uitziend schepsel.’
In de weken die volgden, belde Dennis de verpleegster verschillende keren op, steeds zonder succes. Toen kreeg hij te horen dat ze was overgeplaatst. Weer een tijdje later meldde ze zich zelf, per post, en gaf hem haar nieuwe APO (legeradres). Hij schreef terug, maar kreeg zijn brief ongeopend retour, met het stempel ‘overleden’ er op. Uiteindelijk vernam Dennis dat ze verongelukt zou zijn in een militair vliegtuig. De
mens: eenzaam maar niet alleen?
Nog recenter, op 4 juli – de Amerikaanse ‘Independence Day’, schoot NASA een sonde af op komeet Tempel 1. Dit gebeurde op een moment dat de vliegende ijsberg ‘vlakbij’ de aarde was, op een luttele 133 miljoen kilometertjes. De beuk op de brok ruimtesteen had tot doel een kijkje te krijgen in het inwendige van de komeet. Onder meer interessant omdat er een wijdverbreid geloof is dat kometen dragers kunnen zijn van organische bouwstenen – buitenaards leven, met andere woorden. Hoe dan ook: je zou zeggen dat het wel erg vreemd is als de mensheid geen buren heeft op andere planeten. Volgens schattingen zijn er 70 sextiljoen sterren in het heelal – da’s een 7 gevolgd door 22 nullen. Om een idee te krijgen: je hebt het dan over tien keer zoveel sterren als er zandkorrels zijn op alle aardse stranden en woestijnen bij elkaar. En dan praten we alleen nog maar over het zichtbare deel van het universum. Andere rekensommetjes zijn minstens zo verbluffend. In ons eigen Melkwegstelsel heeft het licht van de zon een schamele acht minuten nodig om onze planeet te bereiken. En licht ‘reist’ 300.000 kilometer per seconde… Datzelfde zonlicht moet echter een slordige 25.000 jaar reizen om tot het middelpunt van de Melkweg te geraken! Het dichtst bij de Melkweg ligt het sterrenstelsel Andromeda. Met de snelheid van het licht duurt het 6 miljoen jaar om daar te komen. Als je nou bedenkt dat in het universum anno 2005 meer dan 100 miljard sterrenstelsels in kaart gebracht zijn, waarvan de Melkweg en Andromeda er slechts twee zijn… Tel dan op een vrije zondag maar eens uit hoe onmetelijk groot het heelal is. En dan is het welhaast een mirakel als enkel en alleen op die microbe in het enorme universum, ons aller Moedertje Aarde, leven borrelt.
|