PRINTBARE
VERSIE
INTERVIEW
MET PAUL HARMANS OVER UFO's
'Zien
is misschien geloven'
Auteur:
Frans Vermeulen
Frontier
Magazine nr 14.6 november / december 2008
'Ik
vind mezelf een boodschapper', zegt Paul harmans (52) ergens tijdens
het interview met Frontier magazine. De man die dit jaar (2008) voor
de vierde keer is genomineerd voor de Frontier Award heeft een missie.
Hij wil Nederland laten delen in zestig jaar ufo-historie. 'Er zijn
feiten, aan bewijs grenzende zaken, en die vind je op mijn website.'
Misschien dat het ooit tot wetenschappelijk onderzoek leidt naar het
ufo-fenomeen.
September 2002 zag Harmans' website
ufowijzer.nl het licht. Gelijk met ufoplaza.nl en 28 jaar nadat hij
zelf op zeventienjarige leeftijd een unidentified flying object (ufo)
zag. Voor de eerste en laatste keer totnutoe.
Wat
kan jij je daarvan nog herinneren?
'Alles
natuurlijk. Het was eind 74, ik weet niet meer de exacte datum. Ik stond
samen met tien zeemannen op de achterplecht van een olietanker. We lagen
in een droogdok in Marseille dat langzaam onder water liep. Iedereen
stond stand-by aan dek. Op dat moment zag een van ons een helder wit
licht boven de duinen. Iemand riep "dat is Venus", maar onze
stuurman, die toen nog op de sterren navigeerde, weersprak dat. "Een
ufo", riep een ander. Uiteindelijk zag een van ons vanuit de stad
een bolletje komen aanvliegen. Net zo fel. Met de snelheid van een helikopter
vloog deze de grotere bol binnen. Niks botsing en ook geen explosie.
Zo'n vijf minuten later schoot de grotere bol tot onze verbazing omhoog.
Sneller dan een vallende ster en binnen een paar seconden was het een
stipje.'
En
dan duurt het 28 jaar voordat je een website begint?
'De eerste twee jaar heb ik het nog wel eens aan iemand verteld, maar
bijna iedereen lachte mij uit. Op verjaardagen kreeg ik wel eens een
boek over ufo's waar ik als een kind zo blij mee was. Wat ik daarin
las, linkte ik steeds meer aan mijn eigen ervaring. Ik las krantenartikelen,
abonneerde mij op Frontier Magazine, alles probeerde ik te pakken te
krijgen. Toen het internet zijn intrede deed, praatte ik mee op forums
en ondertussen vertaalde ik artikelen uit het Engels. Die heb ik uiteindelijk
op mijn eigen site gezet, want ik wilde een eigen platform, zonder discussie.
Rick Speelman richtte min of meer gelijk ufoplaza op en koos wel voor
een forum, zodat wij elkaar perfect aanvulden.'
In
juli was het Wereldufodag en schrijft het AD:
'Soms gebeuren er echt rare dingen'. 'Van tijd tot tijd is er aandacht
voor ufo's in de mainstream media. Toen de Britse ufofiles in mei van
dit jaar vrijkwamen, werd dat nog lacherig afgedaan. Ene meneer Clarke,
een debunker (iemand die zaken als het ufo-fenomeen in diskrediet brengt
en verklaringen hiervoor afdoet als vals, overdreven, onwetenschappelijk
of pretentieus, fv), had keer op keer verklaard: er is geen cover-up.
Dan lijkt het er wel op alsof het ufo-fenomeen denkt: ik laat mij niet
in de hoek drukken. Ik pak groots uit. Op 8 juni meen ik, heeft dan
een Britse politiehelikopter een bijna-ongeluk met een ufo. Een paar
dagen later zien medewerkers van een Engelse RAF-bases overdag veertien
objecten vliegen. Beide incidenten komen breeduit in de Engelse kranten.
Nog een aantal dagen later fotografeert een Engelse professor met zijn
zoon vreemde lichten. Dat logenstraft de beweringen van Clarke: "het
is niet serieus die groene mannetjes".'
Alleen
jammer dat die beelden altijd zo slecht zijn.
'Ja, maar niet van Billy Meier (Zwitser die vele foto's van ufo's heeft
gemaakt, fv). Dat is de paradox. Als foto's wazig zijn, dan zegt men:
daar kunnen we niets mee. Nou is een foto of film op zich al helemaal
geen bewijs, maar oké. Maar zodra Meier met zijn puntgave foto's
komt, zeggen sceptici: "die foto's zijn veel te duidelijk. Dat
zie je toch, dat kan alleen maar nep zijn". Maar er zijn bijvoorbeeld
ook heel duidelijke beelden uit Mexico. Journalisten vragen mij wel
eens waarom die ufo's dan niet landen voor het Witte Huis. Dat hebben
ze ook gedaan in 1952, althans, ze hebben massaal erboven gevlogen.'
Maar
echt contact, dat we weten of ze ons komen redden of vijandig zijn?
'Anton Teuben van de website Niburu heeft ooit gepubliceerd dat het
Ashtar Command de gelovigen zou komen redden. Dat waren gechannelde
boodschappen. Dat is niet de manier waarop ik met het ufo-fenomeen omga.
Wèl kan ik mij voorstellen dat als er buitenaardse beschavingen
zijn, en er is geen wetenschapper meer die dat betwijfeld, dat die zich
houden aan bepaalde ethische normen en waarden. Dat men het heelal mag
onderzoeken, maar dat contact of inmenging uit den boze is. Men observeert.
En niet zoals wij mensen die kolonialiserend de wereld over gingen en
daarbij culturen en beschavingen vernietigden.'
Stel
dat dat zo is, maar er stort een toestel neer, dan is er toch contact?
'Dat risico is er altijd, zoals in 1947 bij Roswell. Dat ongeluk was
gegarandeerd buitenaards gerelateerd. Stanton Friedman heeft daar veel
onderzoek naar gedaan. En ook de laatste getuigenissen opgetekend in
Witness to Roswell: Unmasking the 60-Year Cover-Up van Carey
en Schmitt liegen er niet om. Ik heb Roswell lange tijd afgedaan als
oude koek. Een verhaal dat iedereen nu wel kent. Maar de getuigenissen
uit dit boek, doodsbedverklaringen van comateuze oud-militairen die
zeggen: "we hebben wezens geborgen. O, wat waren die ogen groot",
liegen er niet om. Vandaar dat Roswell voor mij ineens heel belangrijk
werd. Daar ligt het begin van de moderne ufologie.'
En
er is meer...
'Zeker. Er is het Disclosure Project van Steven Greer. Meer dan vierhonderd
overheidsambtenaren, militairen en geheim agenten getuigen van hun persoonlijke
betrokkenheid bij ufo's, buitenaards leven en ET-technologie. Ook is
er Richard Haines die meer dan drieduizend piloten interviewde die ufo's
hebben waargenomen. Richard Hoagland is uitgebreid in dit magazine aan
bod gekomen naar aanleiding van zijn laatste boek Dark Mission -
The Secret History of NASA. Hij toont daarin aan dat er onder meer
op de Maan en op Mars beschavingen zijn (geweest), maar dat NASA er
alles aan doet om die voor het publiek te verbergen.'
Zijn
we toch weer aangekomen bij conspiracy.
'Dat weet ik niet. Ik onderzoek alles waar ik mijn hand op kan leggen.
Een voorbeeld. NASA heeft zijn fotografie niet zelf in beheer, dat wordt
gedaan door een privaat bedrijf in San Diego, Malin Space Science Systems.
Dat bedrijf heeft het recht om foto's niet vrij te geven. Dan denk ik:
wat is dat voor onzin? NASA wordt gefinancierd met belastinggeld, maar
alle foto's worden eerst gescreend voordat ze worden vrijgegeven. De
Clementine satelliet heeft recent miljoenen foto's van de maan gemaakt.
Als dat nou een zandbak met kuilen is, waarom mogen wij dan niet alle
foto's zien?'
Zijn
er wel eens waarnemingen in Nederland?
'Zeker. Jan Blei en Erwin Noorman (SureLine Radio) doen daar onderzoek
naar. Zo hoorde ik laatst van een man die boven de duinen een waarneming
deed van vreemde objecten. Hij maakte daar melding van bij de politie.
De volgende dag werd hij gebeld door Martin Hulspas van Stichting Skepsis.
Hulspas zegt tegen die man: "ik doe onderzoek naar ufo-waarnemingen.
U heeft er een waargenomen?" Vraagt die man: "hoe weet u dat?"
Hulspas: "ja ik krijg wel eens een telefoontje..." De bewuste
man laat het er niet bij zitten en schakelt de Ombudsman in, omdat hij
een geheim telefoonnummer heeft. Die volgt het spoor terug tot het Air
Operations Control Station in Nieuw Millingen waar de gevechts- en verkeersleiding
van de Koninklijke Luchtmacht gevestigd is. Alle ufo-waarnemingen worden
namelijk doorgegeven aan Millingen en zij blijken Hulspas te hebben
ingeseind.'
Vreemd.
'Die man heeft uiteindelijk gelijk gekregen van de landelijke Ombudsman.
Men mag geen geheime telefoonnummers doorgeven. Hulspas doet heel geheimzinnig
over waarom hij mensen opbelt. Zegt dingen als: "u heeft waarschijnlijk
een lasershow gezien". Maar dan is mijn vraag: waarom doken er
dan ineens helikopters en straaljagers op boven de duinen. Daar geldt
een vliegverbod.'
Waarom
zoveel moeite doen om zo'n voorval te ontkrachten?
'Weet ik niet. Wim van Utrecht van Caelestia zegt over mijn waarneming
uit 1974: "je zou eens de meteorologische omstandigheden van die
dag moeten opvragen". Zou het dan een meteorologisch fenomeen zijn?
En als het dat dan is, waarom is er geen enkele meteoroloog geïnteresseerd
in zulke fenomenen. Want het is geen onweerswolk en ook geen bolbliksem.
Wetenschappers behoren nieuwsgierig te zijn, maar waarom zijn ze dat
dan niet naar het ufofenomeen? Ik denk dat ze bang zijn voor hun reputatie,
carrière en fondsen. Ik kan mij wel voorstellen, ik zeg niet
dat het zo is, dat regeringen of geheime diensten de zaak zo belachelijk
maken zodat wetenschappers er geen werk van maken.'
Verklaarbaar of onverklaarbaar, dat is de vraag.
'Negentig procent van alle ufo-waarnemingen is verklaarbaar, maar waar
het mij om gaat is die tien procent onverklaarbaar. Dan kunnen de heren
sceptici zich wel vastbijten in de negentig procent om aan te tonen:
zie je wel, dat is een vliegtuig, dat is een weerballon, dat is een
natuurlijk fenomeen. Laat als het duidelijk is dié waarnemingen
liggen en bijt je vast in de overige tien procent.'
Misschien
is het onwil. Misschien wil jij ook wel gelijk hebben?
(Lacht.) 'Als je nou je gezonde verstand gebruikt... De heren van Skepsis
zijn beslist niet achterlijk. Ze zijn bijna allemaal universitair geschoold.
Maar intelligentie en wijsheid zijn twee heel verschillende dingen.
Kijk naar Roswell. Iedere boerenlul met gezond verstand snapt dat het
geen weerballon kan zijn geweest. Dat de militairen van de nucleaire
basis aldaar zich hebben vergist. Wat het dan wel is geweest, daar kunnen
we over discussiëren. Zien is wellicht geloven', zegt Harmans tot
besluit.
Website
Frontier: www.fsf.nl
UFO
PAGINA
MIJN WAARNEMING PAGINA