PLATIVOLO Een Nederlandse UFO-vereniging opgericht in 1954(!) Door: Paul Harmans Deel 1
(Dit is een artikel in drie delen en onder elk deel zet ik een artikel dat in het door deze UFO-vereniging uitgegeven magazine staat.) De
oprichting van een studiekring
Eind 1954 maken deze beide Hagenaars kennis met een ondernemende geestverwant die een UFO-vereniging wil opzetten: de Haagse griffie-ambtenaar Dorsman, die er tevens zeker van is dat Marsmensen op het punt staan met vliegende schotels in Nederland te landen. In een krant uit 1959 staat over hem geschreven:
Dorsman beseft dat het opzetten van een serieuze studiekring niet eenvoudig is en doet zijn initiatief ruimhartig over aan Keukenmeester en Kooistra. Zij zijn het die de naam ‘Plativolo’ bedenken (later meer over de betekenis daarvan). Op 1 december 1954 is de studiekring een feit en in de ‘Ontwerp Statuten Ned. Studiekring “Plativolo”’ lezen we:
In hoofdstuk II, Art.3 staat onder andere dat de studiekring zal bestaan uit Ereleden, Gewone leden en Ondersteunende leden. Daarbij zijn ereleden degenen die bijzondere diensten aan de studiekring hebben bewezen, de gewone leden zijn zij die door het bestuur tot de studiekring worden toegelaten en de ondersteunende leden de personen die de kring met minimaal f15.00 per jaar steunen. Zand
tussen de raderen
Gezien de voorliefde van Dorsman voor Marsmensen en zijn gedachte dat die een drang bezitten de aarde te bezoeken, zullen we daar zeker de aanleiding moeten zoeken voor zijn voorbarige en lachwekkende uitlatingen in de pers. Niet veel later verlaten naar aanleiding van dit geschil Keukenmeester en Kooistra de gelederen. Andere
UFO-verenigingen in de jaren ’50
In Den Haag vinden we de ‘UFO Contactgroep Nederland’, geleid door een jonge vrouw genaamd Rey d’Aquila. Zij is de Nederlandse vertegenwoordigster van George Adamski. Nadat ze zijn boek ‘De Vliegende Schotels Zijn Geland’ heeft gelezen, wordt zij aangegrepen door de ideale samenleving die de mensen op Venus volgens Adamski hebben bereikt, n.l.:
In vergelijking met deze twee organisaties is Plativolo een meer serieuze studiekring en dat is ook het nieuwe studiecentrum ‘DISC’, dat Johan Keukenmeester en S. Kooistra oprichten na hun aanvaring met Dorsman bij Plativolo. Hun ‘Diets Interplanetair Studie Centrum’ (DISC) is gevestigd aan de Veenkade 30 te Den haag. (Het na 1945 in onbruik geraakte woord Diets - Middel-Nederlands - is alleen bedoeld om de afkorting ‘DISC’ te bereiken, oftewel ‘schotel’.) Voorzitter en tevens hoofdredacteur Keukenmeester en zijn technisch adviseur Kooistra, geven vervolgens met redelijk succes het orgaan ‘Schotel Nieuws’ uit, later wordt dat een tweemaandelijks tijdschrift met de naam ‘Disc-Digest’.
Een
nieuw bestuur en een journalist met bijbedoelingen Penningmeester en voorzitter dagelijks bestuur wordt Antoine François van Wieringen. Hij neemt ook de documentatie, de meldingen, het onderzoek en de bibliotheek voor de nieuwe vereniging onder zijn hoede, hij is zo’n beetje de spil waar alles om draait. Het officiële aanschrijfpunt van Plativolo is dan het adres van van Wieringen, namelijk Churchillaan 272 3e etage te Amsterdam. Van Wieringen is rijksambtenaar van de sociale verzekering en is net als Keukenmeester en Kooistra rond 1950 geïnteresseerd geraakt in de ufologie. Kort na de oprichting van Plativolo staan een aantal indrukwekkende personages voor de deur die graag in het bestuur willen plaatsnemen. Zo zijn daar de heer Fisher en de heer van Rietschoten, beiden Haags jurist en zij willen zich gaan bezighouden met het bestuur en de statuten. Tevens meldt zich een Amsterdamse journalist aan, de heer Louis Knuvelder, redacteur van ‘Techniek en Bedrijfsleven’. Hij wil het redacteurschap betreffende het orgaan graag op zich nemen. In zijn enthousiasme gaat Knuvelder voortvarend te werk en laat via het A.N.P. een bericht over de nieuwe organisatie rondgaan, dat in vele kranten verschijnt en waarin het voltallige bestuur met naam wordt genoemd. Op grond van het verschijnen van zijn naam in de kranten trekt jurist Fisher zich per ommegaande terug. Ja, ook dan al stroomt er af en toe gif uit de kroontjespennen van de pers en een ieder die een naam en carrière heeft hoog te houden, past er wel voor de kop van jut te worden. Knuvelder heeft daarna zelfs op verzoek van de AVRO een interview voor de radio. Hij verwacht tevens veel van zijn A.N.P. bericht, maar helaas melden zich slechts 50 belangstellenden bij de redactie, waarvan een klein deel daadwerkelijk lid wordt. Bij Knuvelder blijkt echter een addertje onder het gras te zitten, hij heeft eerder zelf al een manuscript over vliegende schotels geschreven en probeert via Plativolo een uitgever te vinden, ‘hoe meer mensen belangstelling voor het onderwerp krijgen, hoe meer exemplaren van mijn eventuele boek over de toonbank zullen gaan’ is waarschijnlijk zijn gedachte. Vanwege terechte twijfel bij de andere bestuursleden aangaande zijn oprechtheid - hij heeft immers het bestaan van zijn manuscript voor de anderen verzwegen - voelt Knuvelder de bui al hangen en trekt zich snel terug. En passant eist hij een aantal artikelen van zijn hand terug, die, spijtig voor het Plativolo bestuur, al klaar liggen om in het magazine afgedrukt te worden, maar nu niet meer gepubliceerd mogen worden. Knuvelder schrijft rond die tijd ook een klein boekje (van de AO-reeks) vol over vliegende schotels. AO boekjes verschijnen in die tijd wekelijks met daarin telkens een actueel onderwerp. Achterop de kaft staat het motto: ‘AO geeft de vreugde van het weten, zonder de bezwaren van het leren!’ Het boekje bevat 16 bladzijden en kost 40 cent. Knuvelder zet na zijn vertrek bij Plativolo vervolgens zijn eigen stichting op met de naam ‘Stichting Onderzoek Ruimte Observaties’ (SORO) waarvan het secretariaat zich bevindt in de 1e van Swindenstraat 31 te Amsterdam. Knuvelder tracht in november 1955 middels een brief aan van Wieringen tot een boeken-pool met Plativolo te komen, waarbij de mogelijkheid geschapen moet worden dat de leden van beide onderzoeksverenigingen de boeken uit beider bibliotheek een maand in bruikleen kunnen krijgen. Van Wieringen meldt Knuvelder (misschien uit rancune) op 8 november 1955 dat zoiets niet mogelijk is. Een
heldere kijk op het UFO-fenomeen
Je kunt niet zeggen dat de opvattingen van enkele ufologen van toen (zoals van Wieringen) veel verschillen van die van nu. Het eerste orgaan van Plativolo met de naam ‘Vliegende Schotel Revue’ van mei 1955, is meteen ook gedurende een vol jaar het laatste dat uitkomt. Pas in april 1956 ziet nummer twee het daglicht. Het ziet er tevens een heel stuk minder uit. In het voorwoord schrijft de redactie dat het hen spijt dat deze editie vertraagd is. Tevens doen zij kond van het feit dat de stencilmachine niet meer te repareren is en dat het voorliggende nummer met een geleend apparaat tot stand is gekomen. Ze spreken de hoop uit dat ze binnenkort de hand weten te leggen op een dubbele-rol machine, waardoor men in staat zal zijn een verzorgde uitgave met mooie omslag te vervaardigen. De
naam PLATI-VOLO
Een ieder die denkt dat de waarnemingen in die tijd van mindere kwaliteit zijn, komt bedrogen uit. Piloten zien ook dan al grijze, schotelvormige toestellen hun pad kruisen en de vele ooggetuigen op de grond zien hetzelfde als wat we vandaag de dag nog steeds horen vertellen. Enkele
waarnemingen uit de jaren ‘50 28 juli 1954: Kapitein J.P. Boshoff van de M.S. De Grote Beer rapporteert dat hij, bij ondergaande zon, een vliegende schotel ziet langsvliegen. 7 juli 1957: De heer P. W. C. Lokkers uit Den Haag ziet ’s avonds hoog in de lucht een verlicht voorwerp dat met ongelooflijke snelheid en op grote hoogte door het luchtruim schiet: “Het kon onmogelijk een vliegtuig zijn.” 11 juli 1958: Brandmeester Pieter van Vlaardingen in Den Haag, een brandmelding onderzoekend, beklimt perceel Schiefbaanstraat en ziet gedurende 10 minuten (rond middernacht) een duidelijke schijf in de lucht hangen, op ongeveer 100 m hoogte. De schijf beweegt zich langzaam in de richting zeewaarts. De kleur verandert van diepgroen naar rood. 20 september 1958: De Rotterdamse heer J. D. Walop rijdt op een bromfiets door de bossen van Rijen (N.B.), als – op een open plek – plotseling zijn motor afslaat. Tegelijk ziet hij boven zich een merkwaardig voorwerp verschijnen. Hoogte pl.m. 75 meter. Kleur dofrood, met uitstralend licht. Snelheid langzaam, maar moeilijk te schatten. Verklaart de heer Walop: “Het eigenaardige was, dat de motor van mijn bromfiets pas weer wilde starten nadat het voorwerp was verdwenen. Het kwam mij voor, dat een zekere statische elektriciteit op de metalen delen van het rijwiel stond. Ik had de indruk, dat het voorwerp een zgn. vliegende schotel was.
Amerikanen en Russen bouwen aard-satellieten Door: Hugo Hooftman Met het “Vliegende Schotel” probleem is de ruimtevaart ten nauwste betrokken. Immers, velen zijn van mening, dat de “Vliegende Schotels” ruimteschepen zijn, afkomstig van andere hemellichamen. Het is mogelijk, dat de bewoners van andere hemellichamen een reeds veel verder gevorderde techniek bezitten dan wij. In ieder geval is het goed, wanneer men weet hoever de aardse wetenschap van de ruimtevaart gevorderd is, want allicht brengt deze kennis ons ertoe het probleem van de geheimzinnige vliegende schotels eerder te doorgronden en op te lossen. In dit artikel willen wij een heel klein onderdeeltje van de ruimtevaart eens wat nader bezien, nl. de kunstmatige aardsatelliet. Velen zijn van mening dat een dergelijk kunstmatig hemellichaam de eerste stap zal zijn die de mens zal zetten op de weg die leiden zal naar andere planeten en de maan. Geen wonder, dat de aardsatelliet overal grote belangstelling ondervindt, temeer daar de bouw ervan technisch reeds mogelijk moet zijn. Mogen we de deskundigen geloven, dan is het alleen nog maar een kwestie van geld. Het
Amerikaanse plan “Muis” (M.O.U.S.E. Minimum Orbitel Unmanned
Satellite Earth.) Ook in Rusland is men bezig met een aardsatelliet, prof. Dobronravof vertelde zelfs, dat binnen enkele jaren, Rusland kunstmatige aardsatellieten zal kunnen vervaardigen, geschikt om bemande raketten naar de maan, Mars en andere planeten te lanceren. Ook Rusland heeft dus belangstelling. Dat Duitsland straks een woordje mee gaat spreken in de ruimtevaart, is zonder enige twijfel. Het waren immers de Duitsers, die met hun raketten (V-1 en -2) zelfs de eerste stoot tot de ruimtevaart gegeven hebben. |