PRINTBARE VERSIE

Deel 8

EEN DAG MET EEN BUITENAARDS WEZEN

Auteur: Lou Baldin

Vertaling: Hans Jochems

(Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Hans Jochems.)

DEEL 9

Inleiding
‘Een Dag met een Buitenaards Wezen’ is een boek dat is geschreven door Lou Baldin onder de naam ‘A Day with an Extraterrestrial’ en het is uitgegeven in 2008. Lou Baldin is ook de schrijver van het boek ‘In League With A UFO’ dat ik (Hans Jochems) al eerder heb vertaald onder de naam ‘In wisselwerking met een UFO’ en dat hier op ufowijzer te lezen is.



Cover boek ‘Een Dag met een Buitenaards Wezen’



Lou Baldin


Het verhaal dat volgt is geschreven als een scenario. De namen zijn verzonnen en de rest is gebaseerd op ware gebeurtenissen, maar het is aan de lezer of lezeres om dit te geloven of niet.


Vervolg hoofdstuk 6

Ik voelde mij als een gevangene en zocht naar iets dat mijn gedachte van deze verraderlijke en hachelijke situatie zou kunnen wegnemen. Ik pakte de afstandsbediening voor de televisie van de tafel en meteen kwam er een lawine van geluid en beelden uit alle wanden van de kamer. De vier muren, het plafond en de vloer lichtten op als een driedimensionale televisie op steroïden, mij letterlijk overspoelend met vreemde geluiden en geestverlammende beelden. Diverse programma's speelden gelijktijdig en verliepen cyclisch door nog dozijnen andere programma's, althans zo leek het volgens mijn menselijk brein. De kamer werd een massa van verwarring omdat golf na golf van enorm grote levensechte beelden mijn daar niet op ingestelde geest oververzadigden. Ik gooide de afstandsbediening op de tafel alsof het een roede van de hel was. Gelukkig ging alles uit en de kamer was weer terug naar normaal. Ik was aan het einde van mijn Latijn en had geen behoefte aan zulk soort schokgolfbombardementen. Ik ging weer aan de tafel zitten en legde mijn hoofd neer. Toen was daar ineens Milton: “Hallo, Michael.”

Ik kwam met één sprong weer to leven en liep met vernieuwde energie rond de tafel, als een kind zo blij om zijn stem weer te horen. “Waar de hel was jij, Milton? Ik ben verrukt je stem weer te horen! Heb je deze blunder opgelost zodat ik zo snel mogelijk uit deze gevangenis kan vertrekken en wellicht door kan gaan met het genieten van mijn verblijf hier? Aangenomen dat het nog steeds een optie is? Of kan je mij voor het geval dat niet zo is naar huis brengen?”
“Er is geen blunder gemaakt. Het was opzettelijk. Ik wilde dat jij een glimp van andere beschavingen in dit zonnestelsel te zien kreeg, daarom dirigeerde ik één van de androïden om jou naar de pendel te brengen. Je bent zoals ik er zeker van ben dat jij dat nu weet, een verstekeling. Zij houden er niet van dat wij dat soort dingen doen, maar zij gedogen het. Jij bent geen gevaar voor hen omdat wij jouw ontlastingsysteem hebben verzegeld voordat wij jou op transport naar Uranus plaatsten”.
“Het zou echt fantastisch zijn geweest als ik dat had geweten, Milton! Het zou mij misschien wat geestelijk leed hebben bespaard. Heb je enig idee wat ik heb moeten doorstaan? Ik ben in ieder geval duidelijk door deze plaats gefascineerd. Hun maatschappij lijkt vergelijkbaar met wat wij op de Aarde hebben behalve dat zij op technologisch gebied vele decennia verder zijn dan mens.”
“Zij zijn veel verder geavanceerd dan de Aarde - ze bevinden zich zelfs niet in dezelfde classificatie als de Aarde. Zij nemen informatie zeer snel op en genieten enorm van hun leven, wat anders is dan op de Aarde waar de mensen voornamelijk hun leven moeten zien vol te houden. Je kreeg een voorbeeld van hoe vlug zij informatie tot zich nemen toen je hun televisieapparaat aanzette, wat voor hen normaal amusement is. Zij ademen lucht op dezelfde manier als mensen, maar consumeren voedsel dat geen afvalproducten produceert. Zij eten en drinken in vergelijking met mensen kleine hoeveelheden voedsel. Zij worden niet ziek omdat zij niet dezelfde interne organen als mensen hebben. Daarom blijven zij gedurende hun hele bestaan lichamelijk en geestelijk gezond. En dat is de reden waarom zij prikkelbaar worden wanneer wij een mens in hun midden smokkelen, die een onbalans in hun complexe biologische systeem zou kunnen veroorzaken. Maar wij zijn hun een stap voor en daarom ben jij geen gevaar voor de stad.”

“Vertel mij als je wil wat meer over hen, Milton”.
“De stad waar jij je nu in bevind is een stabiele gemeenschap. Het is dat niet in de loop van de tijd geworden. Het werd vanaf het begin op die manier ontworpen. De stad zal niet voor of achteruitgaan. Het zal voor miljoenen van Aardse jaren stabiel blijven. Het bevolkingsaantal van die stad is ongeveer honderd miljoen, exclusief androïden en bezoekers die legaal of zoals jij illegaal zijn. Welnu, zet nu de televisie aan dan zal ik één station voor je opzoeken en rest onderdrukken.”

Ik pakte de afstandsbediening en alleen de wand voor mij ging aan, het toonde mij een overzicht van de stad gezien vanaf de buitenkant. De stad bevond zich in een buisvormig bouwwerk dat boven de oppervlakte van Uranus hing en zich met een lengte van vele kilometers tot in de buitenste lagen van de atmosfeer uitstrekte. De diameter van de buis waar de steden zich in bevinden is ongeveer tachtig kilometer. Er zijn veel van deze buissteden die zich allemaal in een baan om Uranus bewegen, sommige groter sommige kleiner. Er zijn in de stad geen auto's, bussen, vrachtwagens, treinen of vliegtuigen. De mensen reizen in een complex systeem van trams die zich verticaal, horizontaal en diagonaal verplaatsen. De stad is een wonderland van bekoorde tuinen en tropische bossen die door mensen en tamme exotische dieren worden bevolkt. Een aantal van die dieren lijken op sommige dieren van de Aarde. Wegens de afstand tot de zon is er weinig zonneschijn dat de planeet bereikt. Desondanks straalde de stad van zonlicht, maar ik wist niet wat de bron van het kunstmatige zonlicht was en had er ook geen verklaring voor. Het zonlicht straalde gewoon vanuit de lucht en bedekte alles net zoals echte zonneschijn. De zwevende buissteden waren niet in één gebied van Uranus geconcentreerd. In plaats daarvan waren de buizen verspreid en waren honderden en duizenden kilometers van elkaar gescheiden. In de buitenste wanden van de buissteden bevonden zich woonverblijven, werkplaatsen, studiecentrums en amusementsgebouwen. Er waren voor zover ik dat kon zien geen oceanen zoals op de Aarde, maar iedere stad had veel grote meren op platformen. Meren, waarvan sommige met een waterval, waren als het ware ingebed op kolossale zwevende platformen. De biodiversiteit overschreed dat van de Aarde op zijn minst tienvoudig. Er bevonden zich ontelbare variaties van planten, insecten en diersoorten van ieder denkbaar type in de steden. Wat zich buiten de leefomgeving van de steden bevond werd niet getoond. De zwevende buissteden waren zelfonderhoudend en in staat om zich voortdurend naar de planeet toe te bewegen en zich van de planeet te verwijderen zoals reusachtige ruimteschepen. Deze stadsschepen absorbeerden energie en andere essentiële hulpbronnen van de gastheerplaneet zoals cellen in een groter organisme.

“Milton, kan ik hier mijn staatsburgerschap aanvragen? Ik denk dat deze plaats mij wel bevalt.”
“Nee, dat kan je niet. Jouw pad ligt op een andere koers. Het merendeel van de mensen waar jij mee hebt gereisd krijgen reisjes naar sommige manen en krijgen toeristische uitzichten op de planeet. Maar zij blijven onwetend van de levensvormen die zich op Uranus bevinden. Zij missen ook andere fenomenen die je alleen op de afgelegen paden vind, paden die voor hen niet toegankelijk zijn. Zij krijgen niet de ‘exclusieve’ achter de schermen lekkernijen die jij krijgt.”
“Zijn de gewone inwoners van Uranus zich bewust van mensen en entiteiten zoals jij, Milton?”
“De gehele bevolking is zich volledig bewust van ander leven in dit Zonnestelsel en het leven dat zich in dit Melkweg sterrenstelsel bevindt. Anders dan op de Aarde, waar het merendeel van de bevolking geen idee heeft van wat er zich overal om hen heen afspeelt, zoals baby's in een kinderkamer.”

Ik werd volledig in beslag genomen door wat ik op het scherm zag over de stad. Er bevonden zich buizen in buizen, die allemaal wijken bevatten binnen de stadsstructuur. Sommige hadden unieke stijlen en architecturale ontwerpen, maar ik zag niet de unieke culturen en verscheidenheid zoals wij op de Aarde hebben. Cilinder of cirkelvormige motieven domineerden, terwijl de structuren op de Aarde hoofdzakelijk rechthoekig zijn. Iedereen in de stad leek van hetzelfde ras te zijn, de niet-inheemse levensvormen zoals mezelf uitgezonderd. “Er is vreemd genoeg iets vertrouwds met deze stad. Ik heb hier in het verleden geleefd, is dat zo, Milton?”
“Je hebt gelijk, Michael. Ik vroeg mij al af of jij dat door zou hebben. Jij hebt er voor gekozen om naar de Aarde te gaan en in een menselijk lichaam te worden geplaatst om nog een keer een menselijke levenscyclus te ervaren, voor redenen die vandaag aan jou zullen worden onthuld.”


Hoofdstuk 7

HERRINERINGEN UIT HET VERLEDEN

Zoals een gebroken dam, maar dan in mijn hoofd, stroomden er herinneringen in mijn geest van mijn vorig leven op Uranus. Ik was daar naast andere dingen een fysicus en wiskundige. Ik was niet getrouwd, maar had een minnares. Het huwelijk was geen onderdeel van de cultuur in die stad. Er waren geen kinderen en oude mensen. Iedereen was in die stad terechtgekomen als zielen die afkomstig waren van andere planeten en werden in al volledig gevormde en bewuste volwassen lichamen geplaatst. Leeftijd was geen factor. Iedereen van die soort of categorie was van dezelfde biologische leeftijd, het equivalent van ongeveer vijfendertig Aardse jaren. De lichamen die de zielen ‘bewoonden’ waren bijna perfecte biologische machines die uitsluitend voor genoegen waren gebouwd. De lichamen konden tijdens dat zij werden gebruikt niet sterven, ziek worden of verouderen. De lichamen zijn speciaal voor de ziel die hen ‘bewoont’ gecreëerd en worden vernietigd als de ziel naar een hoger niveau opklimt of die cultuur verlaat. Lichamen worden nooit hergebruikt, net zoals op de Aarde. De mensen consumeren voedsel louter voor het genoegen daarvan en niet voor benodigde voedingsstoffen om te overleven. Voedingsmiddelen en energie worden geabsorbeerd via een mineraalrijke atmosfeer in de stad die hen als lucht omringt.

In een vorig leven toen ik een burger van die stad was, leefde ik in een ruime en luxueuze suite met zeven kamers die zich op de vijfduizend en zestigste verdieping bevond in één van de buisvormige torens nabij het midden van de stad. Iedereen leefde in gelijkaardige accommodaties. De plafondhoogte was meer dan zeven en een halve meter. Grote balkons staken uit elke unit en overzagen spectaculaire overzichten van de stad. Guur weer was geen factor en gebeurde nooit zomaar binnen de steden. Regen was volledig onder controle en werd geregeld en had een reinigend doel voor de stad. Er waren geen stormen zoals die op de Aarde. De regen viel zachtjes naar beneden op vooraf bepaalde intervallen. Er konden zich wel degelijk strenge weersomstandigheden op de planeet voordoen, maar niet in de steden, en het had ook nooit invloed op de steden. Bijtende insecten, geluidoverlast en misdaad, bestaan niet. Daarom is er geen noodzaak voor afschermingen en tralies voor deuren of ramen. Alles was open. De stad was een Utopia en had geen armoede, geen oorlogen, geen haat of overtredingen tussen de inwoners van welke soort dan ook. Het leven was altijd vreedzaam en opgewekt. Androïden en andere machines stonden altijd ten dienste van de bevolking, waardoor de inwoners alle tijd hadden voor het indelen van hun bezigheden en vrije tijd. Valuta, kredieten, quota's, debet, aandelen en ruilingen waren onnodig in die maatschappij. Alles wat er nodig was of wat men wilde hebben was beschikbaar voor alle inwoners.

In dat leven had ik een aantal vaste goede vrienden en collega’s. Maar alle inwoners zijn vriendelijk tegen elkaar. De hele stad was een grote gelukkige familie. Ik had één minnares, zoals alle inwoners van de stad. Onze lichamen waren anatomisch niet gelijk aan menselijke lichamen. Er waren echter mannelijke en vrouwelijke kenmerken, maar zonder de reproductieve organen. Geslachtsdelen waren niet zo geprononceerd zoals die bij mensen, maar oneindig veel sensueler. Alle inwoners ontleenden een bepaald genoegen aan elkaar zonder lichamelijk contact, maar echt lichamelijk contact was heel intens en verrukkelijk. Er waren weinig monogame relaties en er was overvloedig lichamelijk contact tussen de burgers onderling. Elkaar publiekelijk aanraken, omhelzen en affectie tonen was de norm.

Mijn voornaamste minnares was Neppti. Neppti was van plan om een opdracht op de Aarde te aanvaarden en confronteerde mij met dat nieuws: “Ik overweeg om de B786 opdracht op de Aarde te gaan doen. Wat zijn jouw gevoelens daarover?”
“Is dat die opdracht voor drieënzestig Aardse jaren?”
“Ja, die is het.”
“Waarom wil je al weer zo snel een nieuwe opdracht, Neppti?”
“Ik ben Belii een gunst verschuldigd. Zij heet Linda op de Aarde, en haar leven heeft een onverwachte wending genomen wat misschien voor haar teveel is om mee om te kunnen gaan. Zij heeft twee kinderen en een goede echtgenoot, maar ze heeft problemen met haar hoofdtaak. Ik denk dat ik haar kan helpen en de tegelijkertijd de B786 opdracht tot een goede afloop kan brengen.”
“De Aarde is een lastige plaats voor jou omdat jij daar meer bent geweest dan raadzaam is. Ik ben verrast dat zij jou deze opdracht laten doen. Wat ga jij daarna doen, Neppti?”
“Ze hebben geprobeerd om het uit mijn hoofd te praten, maar ik voel dat het voor Belii belangrijk is. Dus ik ga het riskeren. Ik heb twee opties nadat ik mijn reis heb voltooid, beide worden door mijn prestaties bepaald. Ik zou hier terug kunnen komen of kunnen promoveren naar een ander sterrensysteem, maar dat hangt af van mijn gedane handelingen en gedachten.”

Ik omhelsde Neppti en onze toga’s vielen spontaan op de vloer. Lichamen aanraken was enorm stimulerend; kussen en omhelzen was mentaal orgastisch. Wij omhelsden elkaar gedurende het equivalent van twee Aardse uren en in plaats van daarna uitgeput te zijn voelden wij ons verjongd. De daad van het omhelzen vond meestal plaats in een bassin gevuld met een warme vloeistof. Het bassin bevond zich in het midden van de grootste kamer van iedere suite en was het equivalent van een Aardse woonkamer. Aangezien de inwoners geen familie hebben gebruiken de gasten de bassins tijdens ieder bezoek. Er was niets taboe aangaande de daad van het omhelzen, wat overal gebruikelijk was in openbare gelegenheden waar de mensen bijeenkomen. De aantrekkingskracht om lichamelijk contact met anderen te hebben verving alle andere verlangens. Als het twee mensen overkwam, stopten ze met wat zij deden en stapten in ieder beschikbaar bassin in hun omgeving. Bassins met warme vloeistof waren voor dat enige doel overal in de stad kant-en-klaar beschikbaar.

Toga’s zijn de gemeenschappelijke kledij en zijn van een lichtgewicht stof gemaakt die nooit hoeft te worden gewassen. Het is in feite zo dat zij geen wasmachines hebben omdat alles zelfreinigend is. Er waren toga’s in een variëteit aan kleuren, maar enkel in twee maten, een mannelijke en vrouwelijke versie. Ik had er een aantal in mijn kast hangen, maar ik weet niet meer hoe zij daar gekomen zijn. Misschien behoorden zij bij het appartement. Vrouwelijke toga’s waren duidelijk vrouwelijk en ware versierd met franje en koorden, terwijl de mannelijke versie heel eenvoudig was. Behalve sandalen en riemen was er geen andere kledij of accessoires zoals onderkleding, truien en jassen. Toga’s hadden geen ander doel dan uiterlijke verschijning. Naaktheid of het verbergen van het lichaam was niet de reden voor het dragen van kleding en ook niet nodig voor de temperatuur die altijd aangenaam was.

De inwoners van die stad leken op Aardse mensen, maar hun lichamen hadden geen functionele geslachtsdelen en lichaamshaar. Het vrouwelijke lichaam was tenger en schattig, met kleine borsten. Het mannelijke lichaam was groter en goed gevormd. Zwaarlijvigheid was genetisch onmogelijk. Maar de mensen waren geen kopieën van elkaar. De lichamen en persoonlijkheden zijn uniek zoals zij dat ook bij mensen op de Aarde zijn.

Neppti vertelde mij dat Belii zwanger was van een meisje en dat ze over twee Aardse maanden zou bevallen. Neppti zei dat zij de baby van Belii zou binnentreden, zodat ze een week na de geboorte haar kind zou worden. Belii zou worden ontvoerd en haar menselijke foetus zou worden gemodificeerd of worden omgeruild met een foetus die geschikt was voor het hogere energieveld van Neppti. Ik vertelde Neppti dat ik verkoos om meer dan een week te wachten met het binnentreden bij een pasgeborene omdat de ogen dan beter waren ontwikkeld en scherper konden zien. Het is al een behoorlijke tijd geleden dat ik op de Aarde was geweest. De Aarde is nu op een hoger niveau dan het was toen ik daar de laatste keer was. Het was dus daarom misschien niet zo erg wanneer men bij de baby binnentrad. Neppti was het daarmee eens. “Je weet dat er veel projecten zijn die moeten worden vervuld. Waarom doe je niet mee en neem er ook één?”, vroeg zij mij.
“Er is één bijzondere opdracht waar ik al een tijdje een oogje op heb, maar omdat ik zoveel genoot om met jou samen te zijn kon ik die sprong nog niet maken. Nu jij toch voor een tijdje naar de Aarde gaat zou ik het kunnen doen. Maar deze opdracht heeft een onduidelijke einddatum, dus het kan over vijftig Aardse jaren stoppen, maar ook meer. Ik heb het overwogen omdat de kans groot is dat het parallel loopt met die van jou. En het mooiste van alles is dat er een goede kans bestaat dat het naar dezelfde plaats zal leiden als die waar jij na de opdracht op de Aarde heen zal gaan. Anders zou ik het niet doen.”
Neppti herinnerde mij eraan: “Dat de Aarde een hoog aantal retourzendingen heeft ontvangen vanuit de Eerste- en Tweede Wereldoorlog en een reusachtige instroom heeft van onwenselijken vanuit twee andere sterrensystemen. Dus dit zullen zoals je weet geen gemakkelijke opdrachten zijn.”

Op dat moment blokkeerde Milton de rest van mijn herinneringen en knalde mij terug naar het heden. “Milton, waarom heb je mijn herinneringen onderbroken? Ik genoot enorm van het terughalen van die herinneringen over mijn verleden op deze plaats.”
“Jouw opdracht is nog niet af, en het kan gemakkelijk in gevaar worden gebracht indien ik je meer details van jouw voormalig leven hier zou toestaan. Ik heb je wat laten zien omdat je de weg kwijt was. Wij hopen dat een aantal van de dingen die je vandaag hebt geleerd dat zal herstellen.”
“Zal ik Neppti opnieuw zien?”
“Wij zullen het daar later nog over hebben.”

“Het is verbazingwekkend hoeveel het menselijke brein van het verleden blokkeert, en dat het verleden toch geheel in ons geheugen blijft. Mijn verstand kwam bijna tot stilstand door de grote hoeveelheid herinneringen en informatie die in mijn bewuste geest naar boven kwamen van deze plaats. Er is zo veel meer aangaande het bestaan, maar toch hebben mensen daar geen enkel idee van. Hoe kunnen mensen nou geloven dat zij op de Aarde zijn ontstaan vanuit oeroud zeeschuim? Hoe kan dat, Milton?”
“Jij weet de antwoorden op al die vragen, maar terwijl jij in jouw menselijk brein zit opgesloten ben je beperkt aangaande wat voor informatie je kunt verwerken zonder externe hulp van mij.”
“Kan je mij in het kort een overzicht geven van waar het op de Aarde allemaal om draait? Ik ben een beetje in de war sinds mijn kennisbasis van mij is afgesneden, zoals jij zo stekelig opmerkte. Het lijkt er alleen maar op dat mensen een oneerlijke overeenkomst hebben aangaande kennis en hun plaats in dit reusachtige Melkweg sterrenstelsel.”
“Dat soort kennis zou het doel van het leven op de Aarde kunnen verstoren. Daarom zijn mensen zoals jij terwijl je op de Aarde bent beperkt tot de hoeveelheid informatie waar jij toegang toe hebt. Echter, wij deblokkeren wat meer informatie bij jou, zodat jij wat hints kunt geven aan een kleine minderheid die klaar zijn om een grotere kijk op het leven te accepteren. Nog steeds zijn de meeste mensen niet voorbereid, noch hebben zij deze informatie nodig, omdat niet alle mensen op de Aarde een doel hebben. Noch hebben mensen dezelfde begripsniveaus. In plaats daarvan bevinden zij zich op vele niveaus van ‘onbegrip’ en verwarring. Veel mensen blijven gevangengezet op de Aarde als misdadigers. Hun zielen werden vanuit andere planeten en vanuit andere zonnestelsels naar de Aarde gestuurd om daar hun tijd uit te dienen. Sommige zijn retourzendingen van de Aarde zelf, misdadigers van vorige levens op de Aarde die opnieuw geïncarneerd zijn op de gevangenis Aarde. Deze mensen zijn niet op de Aarde om daar ook maar iets te leren, maar zijn daar enkel om een harde of mildere tijd uit te dienen, wat afhangt van hun misdaden. Planeten zoals de Aarde zijn er ook om door middel van ervaringen te leren, zowel goede als slechte ervaringen, die zijn ontworpen om de waarde van een ziel te testen en het goede van het kwade te scheiden, de zwakken van de sterken. Niet alle mensen op de Aarde zijn daar om te leren of te worden bestraft. Sommige zielen zijn op vakantie. Talrijke entiteiten, zowel menselijke als niet-menselijke gaan alleen maar naar de Aarde voor het genoegen. De mensen die op vakantie zijn op de Aarde zijn daar om zichzelf te amuseren en zullen er gedurende hun levens weinig problemen ervaren. Hun vakantie hebben ze verdiend in voorgaande levens en situaties. Enkele van de vakantiegangers weten wie zij zijn. De rest gelooft dat ze mensen zijn die enorm veel geluk hebben gehad.”

Deel 10


UFO PAGINA

Pagina Laatst Toegevoegde Artikelen