Beste
mr. Hastings,
Ik schrijf
dit in de aanname dat u een ex raketman bent en dat ik u niet hoef
uit te leggen wat mijn positie op luchtmachtbasis F.E. Warren was
of wat mijn baan inhield.
Ik arriveerde
eind januari 1972 op de luchtmachtbasis F.E. Warren in Cheyenne, Wyoming,
en ik kwam van luchtmachtbasis Vandenberg waar ik mijn training voor
de Minuteman One deed. Na verdere training op F.E. Warren werd ik
samen met de militaire bemanningen als een plaatsvervangend raketcommandant
toegewezen aan een squadron en deed daar mijn taak in de functie van
2e luitenant. Later werd ik opgeleid als opleidingsofficier voor de
luchtgevechtseenheid van de Minuteman One, wat ook inhield dat ik
nieuwkomers assisteerde bij de training en in de simulators en andere
verplichtingen. Dat waren de standaard verplichtingen tot aan het
voorjaar van 1973.
Als 1e
luitenant ging ik tezamen met vele anderen terug naar school op F.E.
Warren om met het nieuwe Minuteman Three systeem te leren omgaan dat
geïnstalleerd zou worden gedurende het jaar 1973. Na de opleiding
en de beoordeling werden we toegewezen aan het nieuwe systeem. We
bleven in de alarmstatus terwijl het nieuwe raketsysteem werd geïnstalleerd.
In die dagen had F.E. Warren 200 actieve raketten en dat was behoorlijk
druk.
Ik ben
bang dat de data die ik zal verschaffen ietwat vaag zijn. Ik schreef
mijn ervaringen al in 1993 voor een publicatie op en zelfs toen waren
de data niet exact. Tevens kan de raketterminologie die ik gebruik
niet helemaal correct zijn. Ik ben enkele van de termen vergeten.
Het spijt me dat ik toentertijd geen privéverslag heb bijgehouden
van deze gebeurtenissen toen ze voorvielen.
De eerste
gebeurtenis vond plaats in de herfst van 1973, ongeveer de helft van
de Lanceer Controle Capsules (LCC’s) was tegen die tijd omgebouwd
naar Minuteman Three en ik had dienst op Golf LCC. Het was laat op
de avond. De UHF radio stond aan, altijd, en als één
LCC tegen hun beveiligingsteam sprak, dan konden alle andere LCC’s
de conversatie horen. Nadat de India bemanning een Outer Security
Zone indicatie op één van haar raketten kreeg en hun
beveiligingsteam uitstuurde voor een standaard onderzoekstrip, begonnen
wij over de radio de gebeurtenissen te horen die volgden.
Via de
UHF radiocommunicatie tussen het beveiligingsteam en de India LCC
bemanning, waarnaar wij luisterden, hoorden we dat zodra de truck
naar de raketsilo reed, de Inner Security Zone indicator op de silo
was afgegaan. Bij het arriveren bij de silo zag het beveiligingsteam
een heldere UFO die boven de silo hing. De LCC bemanning adviseerde
het beveiligingsteam de silo niet verder te naderen en het alleen
gade te slaan. Ongeveer een minuut later bewoog de UFO langzaam enkele
honderden meters van de silo af en schoot toen op hoge snelheid weg.
De conversatie tussen de India LCC bemanning en het beveiligingsteam
werd gehoord door 19 andere LCC bemanningen die die nacht op wacht
waren.
(Nadat
ik dit artikel naar een gepensioneerde Minuteman targetspecialist,
John W. Mills III, had gestuurd, reageerde hij met: “Hij heeft
de UHF en de FM radio met elkaar verward. UHF werd niet gebruikt voor
interne communicatie op de sites. FM is de radio die is geïnstalleerd
in alle raketfaciliteiten.”)
Na aflossing
door de volgende bemanning en bij terugkeer op luchtmachtbasis F.E.
Warren, werden alle bemanningen die die nacht op wacht waren geïnformeerd
dat zij niet met burgers of de media mochten praten over wat ze over
de UHF radio hadden gehoord. Strenge straffen werden genoemd voor
hen die zich niet aan deze waarschuwing hielden.
Wij,
de LCC bemanning in het algemeen, begonnen geruchten te horen en verhalen
van andere officieren van operaties en onderhoud, dat het hoofdkwartier
(Strategic Air Command) op luchtmachtbasis Offut, het Office of Special
Investigations (OSI) had gestuurd om het incident per helikopter te
onderzoeken. De India bemanning van die nacht sprak absoluut niet
over het incident. Er waren verhalen van onderhoudspersoneel dat de
raket in kwestie nauwgezet was onderzocht en dat ze ontdekten dat
de target tapes (de banden met daarop o.a. de positie van het vooraf
vastgestelde doel. Vert.) van de drie atoomkoppen waren gewist, naar
alle waarschijnlijkheid door de UFO. Onnodig om te zeggen, maar ik
heb alleen horen vertellen dat deze dingen gebeurde. Deze verhalen
werden de week daarop verteld onder het raketpersoneel, maar dat waren
betrouwbare mensen die niet tegen burgers of de pers over deze zaken
zouden praten. De squadroncommandanten waarschuwden ons echter nogmaals
niet over het incident te praten.
Het tweede
incident betrof een gehele raket onderhoudsbemanning, ik meen zes
soldaten en een officier. Dit gebeurde ook eind 1973. Er werd gedurende
de late avonduren gewerkt aan een Minuteman III raket vanwege enkele
routine problemen. Er werd door de gehele onderhoudsploeg een UFO
waargenomen. De UFO verscheen en leek het werk te bekijken en werd
gedurende vijf volle minuten bekeken terwijl het dichtbij de raketsilo
manoeuvreerde. Dit werd mij verteld door een 1e luitenant van raketonderhoud,
ongeveer drie dagen nadat het incident zich voordeed.
Het derde
incident vond plaats vroeg in het voorjaar van 1974. Toen ik in de
morgen samen met mijn kapitein arriveerde op Charlie LCC om aan onze
wacht te beginnen, werd ons door de stafsergeant en twee man van de
beveiligingspolitie verteld, die die nacht op wacht waren geweest,
van de vreemde gebeurtenis die was voorgevallen. Zij vertelden ons
dat de UFO in feite was geland nabij de LCC en was gadegeslagen door
de drie en dat er een minuut tot minuut verslag was gegeven aan de
LCC bemanning beneden. Toen wij ernaar vroegen toen we de LCC bemanning
aflosten en onze wacht begon, wilden zij er niet met ons over praten.
Ik hoorde een paar dagen later dat de stafsergeant in moeilijkheden
zat omdat hij met ons had gesproken over wat hij had gezien en dat
opnieuw de OSI erbij was betrokken.
In de
tijd dat ik bij het SAC zat, was ik persoonlijk niet betrokken bij
een UFO-incident terwijl ik op wacht was. Echter, gedurende juni 1974,
toen ik met drie andere luitenants op een kampeertrip was in Dubois,
Wyoming, zagen we een UFO die relatief laag vloog. Het leek op degene
die aan ons beschreven waren in de bovenstaande drie incidenten. Omdat
wij alle vier luchtmacht luitenants waren wisten we dat dit laagvliegende
object geen vliegtuig was. Vanaf die tijd heb ik interesse in het
onderwerp en ik heb er ook wel het een en ander over gelezen.
Ik kan
u vertellen dat deze drie incidenten op luchtmachtbasis F.E. Warren
inderdaad zijn voorgevallen. Het is al lang geleden, maar ik ben er
zeker van dat er veel andere dingen zijn gebeurd. Ik ben niet in staat
geweest nadien een geschreven verklaring van deze drie incidenten
te vinden. Dat kan zijn omdat er in die tijd een zeer goede cover-up
van de situatie bestond, of ze werden geacht niet belangrijk genoeg
te zijn om er aandacht aan te besteden. Hoewel ik twijfel of dat laatste
de waarheid is.
Ik heb
mij altijd afgevraagd wat er nu werkelijk met de raket is gebeurd
waar de UFO boven hing en of de target tapes werkelijk gewist waren.
Ik wens
u veel geluk bij uw onderzoek dat u nog gaat doen betreffende dit
onderwerp. Ik betwijfel of u enige hulp zal krijgen van hen die de
waarheid mogelijk kennen. Ik weet zeker dat de cover-up die ik jaren
geleden meemaakte nog steeds in werking is.
Bedankt
voor uw interesse.
Vriendelijke
groeten,
Walter
F. Billings
10/18/2002