EEN DAG MET EEN BUITENAARDS WEZEN Auteur: Lou Baldin Vertaling: Hans Jochems (Ik heb Mr. Baldins persoonlijke toestemming om het te vertalen en op Ufowijzer te publiceren. Hiervoor ben ik hem zeer dankbaar. Hans Jochems.) DEEL 5 Inleiding
“Zou je wat popcorn en een frisdrank
willen, Michael? Laat maar, ik neem je een beetje in de maling.”
De film begon te draaien en ik werd
verrast te zien dat ik een hoofdrol speelde. Ik bevond mij in een winkelcentrum
dat het dichtste bij mijn huis was. Vermoedelijk speelde het incident
op het scherm zich een paar weken na Kerstmis van dat jaar af. Ik was
door wat ik zag onmiddellijk achterdochtig en een beetje verbaasd omdat
ik bijna nooit naar dat winkelcentrum ging zonder mijn vrouw. “Ik
kan mij niet herinneren zonder mijn vrouw naar dat winkelcentrum te
zijn geweest. Zijn jullie bezig om allerlei fratsen om mij heen te creëren,
Milton?” Mijn personage op het scherm ging naar
een boekenwinkel in het winkelcentrum en liep recht op de koopjes boekenafdeling
af waar ik (hij) stapels boeken doorbladerde. Dat was karakteristiek
aan mij; ik spendeerde vaak enige tijd in boekenwinkels terwijl mijn
vrouw winkelde. Mijn favoriete onderwerpen zijn wereldgeschiedenis en
de mensen die geschiedenis maken. Terwijl ik de boeken bekeek liep er
een vrouw ‘opzettelijk’ tegen mij aan en verontschuldigde
zich: “Oh, neemt u mij niet kwalijk.” Ik glimlachte en knikte
tegen haar. Zij zag toen het boek dat ik doorbladerde en vertelde dat
zij ook in historische literatuur was geïnteresseerd. In het navolgende
gesprek vroeg ik haar of zij trek had in een kopje koffie in een van
de koffieshops in het winkelcentrum. Natuurlijk was dat een trucje om
uit te vinden wat haar andere interesses waren en die niets met boeken
en favoriete auteurs te maken hadden, en dat was niet karakteristiek
aan mij. “Wat een nepzooi, Milton. Mijn vrouw zou dat nooit geloven
en ik ook niet. Probeer jij mij met deze flut B film te chanteren? Is
dat waar deze schertsvertoning over gaat?” Terwijl ik met de vrouw in de koffieshop aan het kletsen was, kwam ik erachter dat zij thuis enkele boeken in haar boekenkast had die mij wel zouden interesseren. En of ik zou willen om mee naar haar huis te gaan om haar verzameling te zien, wat ik maar al te graag wilde. Zij zei dat met één van die verleidelijke en uitnodigende stemmetjes die weinig sterfelijke mannen kunnen weerstaan. Ze knipoogde zelfs en wierp een kushandje naar mij toe. Geschrokken door haar enigszins stoutmoedige uitnodiging, morste ik wat van mijn hete koffie op mijn broek. Wie zou mij dat kwalijk kunnen nemen? Ze was een stoot van een vrouw. Natuurlijk was ik meer geïnteresseerd in haar literatuur in haar appartement en niet in haar seksuele toespelingen, dubbele knipoog. “Dat is niet alleen knullig, Milton, het is absolute troep, ik zou mijn vrouw nooit bedriegen voor zo’n hoertje ongeacht hoe goed zij er ook uit zou zien!” Ik was net in de vijftig en zag er voor
mijn leeftijd nog goed uit, zo leek het althans op het scherm. De vrouw
was net in de veertig en zag er uit als iemand van mijn halve leeftijd.
Met haar sexy lichaam had zij gemakkelijk een model kunnen zijn bij
een top modellenbureau. Ik kon mij niet herinneren zo een persoon ooit
ontmoet te hebben. Ik denk dat haar persoonlijkheid en zoals zij eruitzag
in mijn geheugen gebrand zou zijn. Nochtans, daar was zij en daar was
ik, van haar kwijlend als een smoorverliefde tiener. We verlieten samen
het winkelcentrum en besloten om haar auto te nemen en die van mij op
het parkeerterrein te laten staan. Ze had een robijnrode Porsche 911
Carrera. “Michael, wij voegden de Porsche aan de film toe voor
een mooi effect. In werkelijkheid reed ze met jou mee in jouw auto.
En je nam haar mee naar haar appartement.” We gingen naar haar appartement en toen we daar eenmaal waren, bood ze mij een gemengd drankje aan. Ik vertelde haar wat ik lekker vond en ze maakte een bourbon cola voor mij. Tot mijn verrassing had ze gelogen over haar bibliotheek. Ik zag geen enkel boek in haar studioappartement, zelfs geen boekenkast. Nadat ze mij het drankje had gegeven begon ze zich onmiddellijk voor mij uit te kleden. Ik zat op de sofa met een sullige, kinderachtige grijns op mijn gezicht, nam een slokje van mijn bourbon cola terwijl ik probeerde mijn ogen op haar gericht te houden, wat resulteerde op het morsen van mijn drankje op mijn hemd. Zij liep geheel naakt naar mij toe, nam het drankje uit mijn hand en leidde mij naar het bed. Het bed was naast de bank. Zij kleedde mij uit en wij bedreven de liefde. Het scherm werd leeg en de kamerlichten in het schip gingen weer aan. Ik zat daar in de theaterstoel en schudde
mijn hoofd en gniffelde van ongeloof. Ik ergerde mij aan wat zij tegenwoordig
met rekwisieten en computergestuurde grafische beelden kunnen doen.
William Shakespeare had gelijk ‘De hele wereld is een podium en
daarop zijn wij de acteurs’, of zoiets. Het is duidelijk dat sommigen
van ons geen getalenteerde acteurs zijn, en in het bijzonder zij die
niet eens weten dat zij een dubbelleven leiden. “Het is nooit
gebeurd, en indien wel, dan was ik geen vrijwillige noch een bewuste
deelnemer! Als jullie mensen, of wat jullie dan ook zijn, mijn leven
bepalen, wat heeft een vrije wil dan nog voor waarde? Aangenomen dat
er nog zoiets als een vrije wil bestaat. Als ik daar werkelijk bij was
betrokken, dan zou ik mij zoiets banaals en walgelijks als wat ik net
zag zeker herinneren. Nou heb je mij helemaal in de war gebracht, Milton!
Heb ik mijn vrouw nou wel of niet bedrogen?” Ik krabde op mijn hoofd en probeerde erachter te komen hoe zo'n deel van mijn leven kon verdwijnen en worden gemanipuleerd zonder dat ik mij daarvan bewust was. Ik onderzocht nauwkeurig mijn herinneringen van de laatste maanden van mijn leven dat vermoedelijk dat deel bevatte dat ik zojuist had gezien, maar niets leek te ontbreken. Er was geen ruimte voor die bedriegerij tenzij andere delen van mijn leven werden verwijderd. Mijn hersens zo te pijnigen had geen enkel effect. Ik kon geen enkele tegenstrijdigheid vinden en was ervan overtuigd dat het nooit was gebeurd. Terwijl ik mij daar zat af te vragen wat voor andere hersenkronkels die Milton nog in petto kon hebben, wandelde er een naakte vrouw door de deur de kamer in. Het was dezelfde vrouw die op het scherm met mij in de boekenwinkel was en toen in haar appartement waar wij de liefde hadden bedreven. Ik viel bijna van mijn stoel! Toen zei zij langs haar neus weg: “Hallo,
Mike, ben je in voor nog een rondje plezier en intrige zoals onze laatste
ontmoeting?” “Is dat alles? De meeste vrouwen
blijven in bed om na de seks nog wat te knuffelen, tenzij het hoertjes
zijn. Milton, is zij een hoer? En zo ja, wat is haar doel, chantage?”
Hoofdstuk 4 EEN SUPERCONSTRUCTIE IN DE RUIMTE Ik liep de kamer uit en ging naar de gang met de patrijspoorten om te proberen mijn geest weer helder te krijgen. Ik keek uit het raam voor een kosmische aanmoediging en merkte op dat er iets heel anders was. De aarde was er niet meer! Ik rende naar de andere kant van de gang om te kijken of het daar was, maar ik werd bijna gevloerd door wat ik toen zag! Het schip was gekoppeld aan een reusachtige constructie met honderden, zo niet duizenden, van dezelfde type schepen als die waar ik mij in bevond. De aangekoppelde schepen op die megalithische constructie leken op de stoppels van mijn ongeschoren gezicht. De constructie was enkele duizenden meters in elke richting en ik kon vanuit mijn gezichtspunt niet zien waar de constructie begon of eindigde. “Michael, de patrijspoorten zijn
zoals je eerder leerde tijdens je mislukte ontsnappingspoging verplaatsbaar.
Verplaats er heel eenvoudig één naar een plek boven of
onder je, dan verrek je je nek niet.” Ik deed zoals Milton voorstelde en zweefde
naar het plafond en plaatste een patrijspoort precies boven de plek
waar ik stond. Toen besefte ik dat het plafond nu net zo voelde als
de vloer en de vloer leek nu het plafond. “Nu ben ik helemaal
in de war, Milton. Waar is boven en waar is beneden? En waar zijn wij
verdomme? Ik zie de aarde niet meer. Waar is de aarde? Precies als ik
denk dat ik vertrouwd begin te raken met al dit idiote gedoe en mij
amuseer, veranderen de regels en word mijn geest gedwongen tot grotere
sprongen van vreemdheid! Waar heb je mij naartoe gebracht, Milton?” Ik stond op het plafond en keek door
de patrijspoort naar beneden in plaats van naar omhoog te kijken. Man,
wat was ik verward! Ik zag als het ware een gigantisch oppervlak dat
een gele gloed uitstraalde vanuit de constructie. De gloed was als een
ongeveer tweehonderd meter dikke filmlaag die werd geprojecteerd vanuit
het donkere gigantische oppervlak. Die gele filmlaag was bedoeld om
de gehele constructie te camoufleren vanaf de Aarde gezien en paste
zich perfect aan met de achtergrond van de Zon (volgens wat Milton mij
vertelde). De constructie zelf was puur zwart. De pixels die de gloeiende
huid vormden waren bollen met de afmeting van een huis met een voor
allen gelijke afstand ertussen als in een reusachtig matrijsachtig rooster.
Ik kon de andere geparkeerde schepen zien in een open ruimte die zich
tussen de gele, gloeiende huid en de constructie bevond. De afstand
daartussen was ongeveer 300 meter en de schepen waren aan de constructie
gekoppeld zoals aardbeizaden op een aardbei en zaten voor een klein
deel als het ware ingebed in de superconstructie. Ik sprong in slow
motion naar de vloer, pakte een patrijspoort vast en sleepte het naar
de plek onder mij. Zo ver als mijn ogen konden zien, bevond zich meer
van dezelfde superconstructie. Dit leek een ruimtestation zonder einde
te zijn en was als het ware bespikkeld met talrijke capsuleachtige schepen.
“Hoe groot is dit ding, Milton? En wat verdraaid nog aan toe is
het?” Ik liep voorbij enkele deuren, allemaal
wit, en kwam bij de groene. Ik aarzelde om naar binnen te gaan omdat
ik wist dat er zich vermoedelijk een andere hersenkronkel achter zou
bevinden (en dat is geen typefout, ik bedoel echt een ‘kronkel’).
Ik haalde diep adem, opende de deur en liep naar binnen. |